donderdag 30 december 2010

Een geschenk is daarom geen cadeau!

Op een miezerige, verregende kille nacht wandel ik in mijn dooie eentje huiswaarts door de straten van La Paz terwijl de wolken de hemel versomberden.  Duiven vlogen lusteloos op, lui en loom en staken een pleintje over in pijlrechte horizontale vlucht om zich een steenworp verder weer neer te laten.
Ik passeerde, zoals wel vaker dan wenselijk voorkomt, een schamel zooitje mensen uit wiens kleren een muffe geur opsteeg en waarvan de in lompen gekleede allerkleinste kinderen joelden en elkaar achterna zaten.  De ouderen lagen te slapen op een stuk karton tussen het alomtegenwoordige zwerfvuil.    In de minuten daarop was ik, ondanks de duisternis, getuige van de gelijkwaardige beroerde situatie van honderden en honderden andere leden van de fanfare van rammelende magen.   Tenenkrommend om te zien. Niet dat ik een ongeneerde gluurder ben, maar zelf als je niet wilt kijken, heb je toch veel gezien.  Een nietig blauw pullovermeisje uit op foerage, met een blik die nog iets meisjesachtig had maar tegelijkertijd verraadde dat ze haar wereld kende, kwam bedelend naar me toe.   Weet je wat er op dat ogenblik gebeurde? Het begon te regenen.  Wat zeg ik? Het begon te gieten, te stormen, te hozen, te donderen en te bliksemen.  De pletsende regen gutste van me af.  In geen tijd was ik doorweekt en mijn broekspijpen werden vuil van het gulzige kabbelende modderige water dat zich een weg zocht over de onbegaanbare trottoirs .  De ijzig koude wind was zo gemeen dat mijn wangen begonnen te gloeien en mijn huid in een laken van piepkleine poriën veranderde die samentrokken tot harde knopen. De honderden mensen die op straat bivakeerden trokken slechts een plastic zeil over hun slaapplek terwijl de regen meedogenloos bleef striemen.  Gevoelsmatig leek de temperatuur tot een noordpoolniveau te zijn gedaald.  
Achteraf bleek de reden van deze massale nachtelijke openlucht ovenachting in lamentabele omstandigheden niets minder dan de voorbode van Kerstmis en het uitdelen van een geschenkje door de regering daags nadien.    Verspreid over enkele locaties in de stad (o.a. het voetbalcomplex) stonden in lange colonnes ongeveer 90 duizend onfortuinlijke kinderen van heinde en verre - in het bijzijn van vooral hun mama’s die veelal nog een baby meezeulde op hun rug- stokstijf als bezemstelen te wachten tot de deuren zich opende alsof de bekroning de schat van Ali Baba en de veertig rovers betrof.  Terwijl de koorts die de grote dagen kenmerkt in de lucht hing verheugden die opgewonden kinderen met zo goed als allen een snotneus (hoe zou dat toch komen?) zich meer bepaald  op een plastic made in China pop of auto.   Ik probeerde me deze scène in Meise voor te stellen.  Geef toe, hallucinant voor een westerling.
Bij het aanschouwen van deze taferelen dacht ik met gemengde gevoelens aan het 2000 jaar oude Romeinse concept van ‘Panem et Circensus’, oftewel Brood en Spelen.  Misschien zou het wat te ver gaan om te beweren dat deze geschenkjes louter en allen dienen om het armoedige volk in toom te houden of om een plek in de volgende regering voor de zelfingenomen politiekers.  Alvast zijn er overeenkomsten in de methode om het morrende volk onmondig te houden, met dien verstaande dat het voetbalcomplex het amfitheater  of Colosseum is en het bedenkelijk made in China speelgoed voor het brood staat.
Een vader, waarvan zijn gezichtshuid leerachtig en donker getaand was als resultaat van vele jaren onvermoeibare activiteit in de zon met een dochter die duidelijk ver van de boom gevallen was, hamerde op het credo dat elke kotter recht heeft op een geschenkje met kerst.  Wat op de keeper beschouwt geen slecht uitgangspunt is en je in principe niks op tegen  kunt hebben. Integendeel, zou ik haast zeggen. Doch moet je daarvoor schaamteloos al je trots inslikken en alle waardigheid en menselijkheid tout court op kant voor schuiven vraag ik me dan achterdochtig af. Het is vooral de vanzelfsprekendheid van de spottende maatschappelijke minachting waarmee de kruipende arme behandelt wordt dat een vraagteken in het tekstballonnetje boven mijn hoofd doet verschijnen.   Ik bedoel hiermee of een pietluttig geschenk van twijfelachtig allooi waarbij de letterlijke en figuurlijke moedeloze ontvangende hand onder die staat vandiegene die paternalistisch geeft ter compensatie van een jaar verwaarlozing een cadeau of vergiftigd geschenk is?
Is dit de bedoeling van Kerstmis? Is het melig je dit af te vragen? Of zwijgen we het met zijn allen weer in alle talen dood? Een ding staat vast, the (Christmas)-show must go on,nietwaar?  In elk geval is ook dit niets nieuw onder de zon. 
Desalniettemin liggen de zaken niet zo eenvoudig.  Al  is een kinderhand vlug gevuld zoals een oude volkswijsheid zegt, met een uitleg over zelfrespect en waardigheid zul je hen niet kunnen sussen als hun buurjongetje met die auto ravot of het buurmeisje moedertje speelt met haar pop als baby.   Wij hebben makkelijk praten maar is het anderzijds niet des mensen dat je als padre de familias die zich het zout op zijn schrale pataten nog niet kan veroorloven, je kind iets wil gunnen met kerst.
Weer een dilemma erbij in het lijstje van de schermerzone tussen zwart en wit.  Laat dat, liefste lezer, nu juist het frapperende kenmerk zijn van werken in een ontwikkelingsland: de duizend en één dagelijkse vragen waarmee je geconfronteerd wordt, de verschillende  kanten, bij nader inzien, aan een verhaal, gebeurtenis, probleem of eigen keuze, het voortdurende wikken en wegen met mijn westers- of zuid-amerikaans bril, met mijn objectievere of betrokennere exemplaar.  En bovenal welke positie neem ik uiteindelijk zelf in met woord en daad? 
In verband met dit alles wil ik toch nog even aanstippen dat op tweede kerstdag het ware geschenk uit Evo’s mouw tevoorschijn kwam(*), namelijk  een buitensporige en onrustwekkende stijging van de olie-,benzine- en dieselprijzen met maar liefst 85%.  Deze inflatie buiten proportie, ten voordele van de overheid, zal een sneeuwbaleffect veroorzaken op de prijzen in alle sectoren en in het bijzonder die van de voedselwaren en transportkosten. Ik hoef hierbij geen tekening te maken om duidelijk te stellen dat dit een catastrofe en aderlating betekent voor het volk en in het bijzonder voor de vele minderbedeelden. 
Of de Boliviaanse auto-pop-versie van ‘Brood en Spelen’ een zoveelste volksopstand zal kunnen voorkomen in het steeds woelige Bolivia is nog maar de vraag. Wordt ongetwijfeld vervolgt.

Liefs en gelukkig nieuwjaar, muchachos.
Het moge jullie goed gaan in 2011.

(*)Evo Morales president van Bolivia

maandag 20 december 2010

Sumakamaña, het nieuwe project.

Projecttitel: Sumakamaña (goed leven in harmonie)
Projectondertitel: Huaricana, een plek waar we sumakamaña cultiveren.
Uitvoerders: Asociacion Comunitaria de Psicologia Intercultural
Verantwoordelijke: (Bolivia) Juan Luis Aguilar (België) Frederik Segaert

INLEIDING:
“De bouwers kunnen jarenlang bezig zijn met de opgaven die ze zich hebben gesteld maar op een dag stoppen ze en dan worden ze begrensd door de muren die ze zelf hebben opgetrokken. Het leven verliest aan zin wanneer een bouwwerk is voltooid. De planters krijgen te maken met stormen en seizoenen. Anders dan een gebouw groeit een tuin altijd door. Terwijl de tuin steeds zorg vereist geeft hij tegelijkertijd zijn tuinman de kans zijn leven te leven als een groot avontuur. De planters herkennen elkaar, het zijn mensen die weten dat in het verhaal van iedere plant de groei van de gehele aarde besloten ligt” fragment uit Brida van de schrijver Coelho.

Projectvoorstelling in heel korte versie:
Een laagdrempelig landbouw- en vormingsproject voor achtergestelde families en kansarme individuen uit de stad die onder begeleiding een dag of twee op het agrarische platteland groenten en fruit verbouwen als voedselzekerheid tijdens een zes maanden durende ondernemingschapsvorming. De meer opbrengst wordt verkocht op de markt in de stad La Paz en de dorpen van de Altiplano (Andes hoogvlakte) en dient als investering voor een eigen duurzaam familieproject op maat. Het doel is meer bepaald de zelfredzaamheid en capaciteit te vergroten van de doelgroep om zo een structurele verbetering van hun levenssituatie te bereiken.

Projectvoorstelling in korte versie;
1/ PROJECTLIGGING
2/ DOELGROEP
3/ DRIE PIJLERS VAN HET PROJECT
        3.1/ VOEDSELZEKERHEID
             3.1.1- GROENTETUINEN
             3.1.2- GEZONDE VOEDING
       3.2/ VORMING EN KENNISOVERDRACHT
             3.2.1 KENNIS OMTRENT LANDBOUWTECHNIEKEN EN VOEDING
                      VERGROTEN
             3.2.2 WORKSHOPS ONDERNEMINGSCHAP
             3.2.3 PERSOONLIJK GROEI STIMULEREN
       3.3/ ECONOMISCHE ONTWIKKELING
4/ EXTRA STREEFDOELEN
       4.1/ CULTURELE OVERLEVERING
       4.2/ ECOLOGIE MET DE LOKALE GEMEENSCHAP
5/ PLANNING

1/ PROJECTLIGGING
Huaricana, waar het project zijn thuisbasis heeft, situeert zich in het westelijke deel van Bolivia, in het departement La Paz. De steden El Alto en La Paz waar onze doelgroep vandaan komt bevinden zich op 45 km, dat betekent (voorlopig) bijna twee uur rijden. De vallei is gelegen op een hoogte van 2800 meter en bijgevolg een stuk lager gelegen en warmer dan La Paz (3800m). Het is een landelijke streek met veel landbouwactiviteit. De verbindingswegen naar deze regio zijn nog niet optimaal. Zeker tijdens het regenseizoen is het ploeteren.
2/ DOELGROEP
Het project richt zich op kansarme families uit de stad maar ook op enkele verpauperde boeren zonder land, schoenpoetsers en kwetsbare jongeren. Met andere woorden gaat het aldus om families of individuen die tegen wil en dank ongeveer driekwart van hun inkomen moeten besteden aan voedsel. De opleidingcyclus zal een zestal maanden duren. Met een busje worden de families opgehaald en na een zware arbeidsintensieve dag weer thuis gebracht.  In de praktijk zal er uiteindelijk maar een deel echt gemotiveerde mensen overblijven die ook daadwerkelijk bereid zijn zich in te zetten voor verbetering van hun leefomstandigheden en geloven in vooruitgang en ontwikkeling. Zij geven het voorbeeld aan de rest van de gemeenschap dat mits inzet en visie je stappen voorwaarts kunt maken.
3/ DRIE PIJLERS VAN HET PROJECT
3.1 Gezonde voedselzekerheid voorzien.
   3.1.1 Groentetuinen
Het primaire doel van het project is zelfvoorziening in voedselzekerheid voor de gezinnen die in het project werken als hulp om het hoofd boven water te houden. We realiseren dit door middel van groentetuinen, naar analogie van de stadstuin, waar we variëteiten in groenten, fruit en kruiden produceren waarbij we de gigantische biodiversiteit van Bolivia als uitgangspunt nemen. De aanleg van kleinschalige irrigatiewerken moet het mogelijk maken om gewassen te verbouwen op de verdeelde perceeltjes. Diversificatie en rotatie van de teelten laten drie oogstcycli toe. Zodat je het hele jaar door –ieder gewas heeft zijn eigen cyclus – altijd iets te oogsten hebt. Overigens ontstaat het project mede uit noodzaak daar de voedselprijzen de laatste jaren de pan uitzwieren. Deze stijgingen treffen de armsten en kwetsbaarsten het hardst. De huidige nefaste oorzaken van die prijsstijgingen, voor zover we daar zicht op hebben, zijn onder andere;
-Prijsstijging van basisingrediënten, grondstoffen en energieprijzen.
-Vraag naar biobrandstof uit het westen waardoor boeren andere landbouwgewassen gaan telen (minder aanbod)
-Klimaatverandering (gletsjers verdwijnen -zelf waargenomen- en de malariamug is tegenwoordig steeds hoger actief) die klimaatsverandering is mede oorzaak is voor toenemende armoede.Omdat het moelijker geworden is om in te schatten wanneer het gaat regenen, wanneer het droog wordt, wanneer temperatuur gaat stijgen of dalen, gaat men op verkeerde momenten planten of oogsten. Op grote schaal zijn er frequente misoogsten. (minder aanbod)
Daarnaast zijn er de droogtes en overstromingen die volgens verschillende officiële bronnen enkel nog zullen toenemen in de volgende decennia in Bolivia.
-Internationale voedselspeculatie.
-Jarenlange verwaarlozing van het landbouwbeleid.
-Vele boeren telen in de lagere gebieden coca daar dit meer opbrengt (minder aanbod)
-Migratie naar de steden van plattelandsbewoners (minder aanbod)
-Geleidelijke stijging van het aantal inwoners in Bolivia (meer vraag)
-De interne politiek problemen en sociale onrust tussen de hoog gelegen provincies en de laag gelegen provincies mond uit in boycotten en prijsstijgingen. Dit schept kwetsbaarheid voor de regio in La Paz die grotendeels afhankelijk is van de lagere regio’s voor wat betreft de voedsel toevoer.
   3.1.2 Gezondere en voedzaamere voeding
Doormede het beschikbaar stellen van voldoende groenten en fruit voor kinderen en volwassen van het project verbreken we het éénzijdige sobere voedselpatroon. De gevolgen van een voedzamer, gevarieerder en gezonder dieet zijn jullie wel bekend zoals bijvoorbeeld; sterkere weerstand en hoger afweersysteem,gezondere tanden, daling van kindersterfte, bevordert leerprestaties en concentratie kinderen, “Ze zitten te slapen en de leerstof gaat het ene oor in en het andere oor weer uit”, vertelde me een schooljuf deze week nog. Daarnaast zijn er door de globalisering veranderingen (meer suikers, vetten, fastfood…)opgetreden in het dagelijkse eetpatroon van de Boliviaan. Westers ziektes zoals hartkwalen,diabetes en obesitas zijn hier dan ook sterk in opmars. Zoals steeds zijn de minder kapitaal krachtige hiervoor kwetsbaarder daar deze producten goedkoper zijn.
3.2 Vorming en kennisoverdracht
De belangrijkste voorwaarde om geld te kunnen verdienen is kennis waarmee je iets kunt maken of doen waar iemand anders goed voor wil betalen. Vorming blijft dan ook de hefboom naar ontwikkeling.
   3.2.1. Kennis omtrent landbouwtechnieken en voeding vergroten
Intensieve begeleiding, en technische assistentie bij het verrichten van de zware landbouw en agrarisch-ecologische productietechnieken -bewerken van de aarde, verbouwen van gewassen, onkruid wieden, organische bemesting - steeds met verantwoordelijkheden en plichten.
Educatief programma basiskennis over gezondheidszorg en voeding (nut, hoe gebruiken, lokale producten herwaarderen, kooktips,…)
   3.2.2 Workshop ondernemingschap
Aangepaste training in algemeen ondernemingschap via workshops: prijsberekening (onkosten), marktoriëntatie, planning, productkwaliteit, investeren, eenvoudige boekhouding verkoop, commercialisatie, basistechnieken marketing, leren sparen
   3.2.3 Persoonlijke groei stimuleren
Via sociale vaardigheidstrainingen de creativiteit stimuleren, zelfvertrouwen en eigenwaarde vergroten, positief zelfbeeld ontwikkelen,weerbaarheid opbouwen, en hen psychisch en emotioneel ondersteunen en aanmoedigen. Ook de natuurlijke rustige groene omgeving heeft een gunstig effect op de stadsmensen.
3.3/ Economische ontwikkeling
Door de aanwezigheid van de stad op 2 uur rijden is er een potentiële grote markt voor de verkoop van de producten. Met een busje kunnen we de goederen makkelijk transporteren. Tevens zal het busje dienst doen als rijdende winkel om zo de waren aan de man te brengen. Iedere participant van het project zal ook deelnemen aan de verkoop via een beurtrolsysteem en tijdens dit leerproces de nodige ondersteuning krijgen. In het kader van ons gezondheidsproject (zie pijler 1) zullen we daarnaast ook afgelegen en achtergestelde dorpen op de Altiplano en Andesgebergte bevoorraden met ons divers aanbod van fruit, groenten en kruiden. Weliswaar tegen een goedkoper tarief of in ruil voor andere voedselwaren. Het geheim van geslaagde ontwikkelingsprojecten is simpel; ze helpen mensen aan een inkomen. Wie voldoende geld verdient is immers niet meer arm. Het extra inkomen door de opbrengsten van de verkoop wordt geïnvesteerd in een persoonlijke kans, namelijk een eigen mini-project op maat. Hierbij refereer ik naar enige opportuniteiten, in de vorm van persoonlijke mini- projecten, die de schoenpoetsers met succes realiseerden. Een naaiatelier starten, rijbewijs behalen en werken als bus of taxi chauffeur, draagbare telefooncel zijn door gsm ter beschikking te stellen, een opleiding gaan volgen, minikrediet voor huisje (geen maandelijks huur meer), een lasatelier starten, een klein verkoopstalletje van eetgerief, enzovoort En ziedaar; het werkte, de mensen werden welvarender. Zonder al te veel in herhaling te vallen wil ik hier toch één feit benadrukken. Namelijk dat die investering, die ze nu zelf bewerkstellen als gevolg van hun eigen inspanningen en opofferingen door een deel van de opbrengsten van de verkoop te sparen, in combinatie met de opgedane vorming, ervaring en kennis, duurzame hulp is en hun levenstandaard verbeterd op korte- en lange termijn. Het positieve effect blijft bestaan lang nadat de hulp is gestopt. Als mensen eenmaal weten hoe het werkt kunnen ze het meestal wel verder zelf. Het initiatief werkt ook rechtstreeks in op de motor van de lokale economie en heeft door het multiplicatoreffect invloed op de situatie van vele gezinnen. Ik ga hier niet beweren dat mits hulp het in Bolivia plots allemaal rozengeur en maneschijn zal worden maar de Bolivianen hebben het potentieel en de bewonderingswaardige levenskracht om hun situatie te verbeteren mits ze de kans, de mogelijkheden krijgen op een beter toekomstperspectief. Want armoede is niet alleen een schromelijk tekort aan voedsel of gebrekkige medische mogelijkheden of bad luck…nee het is vooral een gebrek aan kansen en een gevoel van schaamte. Daarom is hulp in een onrechtvaardige wereld van wezenlijk belang
Het andere deel van de opbrengsten via de verkoop worden aangewend om de gemaakte kosten te dekken alsook om te investeren in nieuwe zaden en materiaal om het project zo deels zelfbedruipend te laten functioneren op middellange termijn zodat eveneens volgende groepen mensen kunnen worden opgeleid.
4. EXTRA STREEFDOELEN
4.1 Overlevering Cultuur:
Sumakamañna draagt de traditionele waarden, tradities,gebruiken en cultuur als onderdeel van het dagelijkse leven hoog in het vaandel. We willen dan ook een harmonische plek zijn waar we ruimte creëren voor de overlevering van hun traditionele cultuur, waarden en normen, gemeenschappelijkheid, rituelen, ceremonies en hun spiritueel kosmocentrisch wereldbeeld (dat de hele natuur is doordrongen van leven en dat alles harmonisch met het andere is verbonden o.a. geestelijke entiteiten en natuurverschijnselen) Elementen die in de stad onder druk staan. De interacties en het onderhouden van de banden met de dorpen is essentieel willen we de kloof en spanningsveld tussen de modernere stad en het traditionele platteland (of binnen de families) overbrugbaar houden. De wederkerigheid (of tampu in het Aymaras) die binnen de inheemse cultuur altijd zo belangrijk is geweest ’vandaag help ik jou, morgen help jij mij’, wordt mede door het discour van President Evo Morales even vergeten want doordat hij continu de inheemse rechten benadrukt treedt er een soort averechts effect op.
4.2. Ecologie met de lokale plattelandsgemeenschap
Het werk gebeurt op organische wijze dus zonder giftige chemische bestrijdingsmiddelen of pesticiden maar met schonere productie methoden. Zonder te pretenderen geheel biologisch en ecologisch te produceren. Daarnaast bestaat het idee om met de lokale plattelandsgemeenschap samen te werken inzake de grote hoeveelheid afval die overal rondslingert door middel van het inzamelen van plastic flessen die we nadien met ons busje naar de stad vervoeren. De recyclagevergoeding wordt opnieuw geïnvesteerd in een gezamenlijk project dat de ecologie van het dorp ten goede komt. (nog nader te onderzoeken)
Hierbij aansluitend wil ik nog aanstippen dat de samenwerking ook de uitwisseling van praktijkervaring en informatie inhoudt . Want wegens de massale migratie naar de stad dreigt namelijk een schat aan praktische kennis, die men in de loop van eeuwen heeft opgebouwd, over hoe men in de gegeven omstandigheden het best boert, teloor te gaan. Daarnaast zullen sommige vormingsactiviteiten ook opengesteld worden voor de lokale plattelandsgemeenschap.
5/ PLANNING:
De toekomst van het project staat bol van uitdagingen…stap voor stap zullen we ze aangaan. In België hebben wij een hogemate van controle over ons leven, er gebeurt zelden iets onverwachts waar we niet direct een antwoord op hebben. In Bolivia is echter weinig controle over de dagelijkse gebeurtenissen daarom is plannen hier niet eenvoudig. Je wordt dan ook gedwongen om in het nu te leven. Behalve het heden is het verleden in de Andescultuur ook heel belangrijk. Denken in termen van ontwikkeling is binnen dat kader niet vanzelfsprekend.
2011…(pilootjaar) aankoop terrein, aanschaf materialen (werktuigen/gereedschap),zaden,schuurtje
2012…aankoop tweedehands busje (een must)
2013 …implementatie groentekassen
2014…waterzuivering (riet,…)
2015…zonnepanelen (onder voorbehoud)
(Als we in de toekomst per toeval op een Inca-goudschat stoten bij het bewerken van de grond of één of andere Bill Gates kloon een deel van zijn fortuin ter beschikking stelt dan gaan we in het project ook therapeutisch werken met de lijm-verslaafde straatkinderen met als doel hen te laten afkicken gedurende een periode van 4 maanden .)

Ben jij, liefste lezer, een planter, en net als ik ook overtuigd van dit kleinschalig project aarzel dan niet om ons financieel te helpen met de onvermijdelijke kosten voor de benodigdheden bij de opstart van het project Sumakamana en de jaarlijkse uitbreidingen ervan. Stuur deze pagina gerust door naar mensen die je denkt ook bereid te zullen zijn om ons te steunen. De kans dat zovele gezinnen hun lot in eigen handen nemen en de hoop op een betere toekomst mogen we niet opgeven. Dat woord waar de pseudo-intellectuelen zo ironisch over doen, omdat ze het zien als synoniem voor:’iemand een rad voor ogen draaien’. Dat woord dat door regeringen zo wordt misbruikt, omdat ze willens en wetens beloftes doen die ze niet waar kunnen maken en waardoor ze mensen nog meer kwetsen.Dat woord dat als enige overbleef in de mythische doos van Pandora. Aan die hoop en toekomst van zovele gezinnen denk ik terwijl ik nu naar buiten kijk, naar de grandioze besneeuwde Andesbergen en een hemel die in een uitzonderlijk transparant blauw kleurt. Maar laten we wel wezen, enkel hoop als strategie om een rechtvaardige wereld dichterbij te brengen is hetzelfde als kanker bestrijden met een ietwat naïef soort Amerikaans denken (Yes, we can!). Zodoende stop ik met bazelen en begin vastberaden te zaaien, al claimen we niet de wonderformule in pacht te hebben.



Dit gezegd zijnde dank ik je voor je aandacht.
Liefs,
Federico

maandag 29 november 2010

´Los touristas´ onder de loep.

Tot in den treure moet ik het wonderlijke verschijnsel aanhoren: “Ja, maar ik ben geen toerist, ik ben een reiziger. Ik ben anders. Kletskoek natuurlijk. ”L’enfer, c’est les autres” zoals J.P. Sastre destijds al schreef. Op zulke hoogmoedige illusies drijft de backpackers vakantie “big-business” industrie van deze zo gezegde cult-subcultuur, als onderdeel van onze prestatie-en consumptie maatschappij. En niet zo een beetje. Wil je tot deze groep behoren ziehier enkele bruikbare tips.

1/ Wie ben je?

Je distancieert je van de mondaine zonnekloppende toerist of erger, van de pantoffel va-kan-tie-ganger, neen jij bent een bewuste reiziger (hou je jezelf toch voor de gek) een alternatieve backpacker "pur sang" met de erfelijke aandoening die wortels heeft tot in de oertijd als nomade. Je bezit dan ook het “ik ben speciaal, jij niet, ook al doen we net hetzelfde of nee ik doe meer en beter”-gen. Jij neemt geen vakantie maar reist, alsof constant kleinschalig toerisme uiteindelijk geen massa toerisme is. Je verblijft niet in een mega-hotel of vakantiepark maar in een hostal, jeugdherberg of lodge. Bovendien draag je geen valies maar een rugzak .
Beleven en zoveel mogelijk unieke ervaringen opdoen in verre exotische oorden zijn het codewoord en de drijfveer. Weliswaar geënsceneerde mainstream ervaringen en geprefabriceerde belevenissen als ordinaire eenheidsworst, al zie je dat liever niet zo. Je bent voortdurend in de weer, aan het regelen en het uitpluizen op je laptop of in je gids voor de volgende reisdag. De (mode)termen als zijnde extreem, avontuurlijk, spannend, expeditie, authenticiteit (indien dat überhaupt al mogelijk is), exploratie, duurzaam- en/of ecotoerisme (de booming contradictio in terminus nepindustrie, maar dit eco-terrorisme is een ander triestig zeepbel verhaal, maar ja, dat geeft standing tegenover de strand bruinbakkers. Het is als met een vrachtwagen naar de bakker rijden om een biologisch bruin volkorenbrood te kopen) , cultureel, exclusieve ervaring, promotie, uniek,… waar handige marketingboys allemaal op inspelen doen je watertanden en maken je botergeil.

2/Hoe zie je eruit (outfit)

Als blank welgesteld mannelijk exemplaar draag je, met zo’n nonchalant mogelijke look, een afgedragen voetbal-shirt of een t-shirt met daarop het logo van een lokaal biermerk, een jeans of een stoere beachboy driekwartsbroek en als schoeisel flip-flops beter gekend als slippers of teensloefkes. Evenwel, zeg niet zomaar jas tegen je waterdichte, windbeschermende modieuze alsook praktische high-tech jack die transpireerend werkt en tevens een weinig weegt doch warm is en voorzien van een resem ritsen en praktische zakken alsook een hip merkembleem. Een absolute must daarnaast is een zo opvallende mogelijk hoofddeksel, gaande van mutsen en hoeden in alle kleuren en formaten tot bandera’s en haarbanden met veren. Tijdens je reis durf je zowaar te experimenteren met je baardgroei of wilde haardos (momenteel heb ik zelf zo’n truckerssnor) doch hou je het meestal op een stoppelbaard als een Joe Cocker look-a-like met clochard ambities. Een arm-en/of enkelbandje of een ketting met symbolen die je niet begrijpt kunnen als accessoire. Piercings daarentengen zijn dan weer passé. Wat ook not-done is zijn gestreken kleren. Tatoes zijn dan weer trendy, wel op een plaats dat het later je conformistische kantoor loopbaan niet in de weg staat.
Als blank welgestelde vrouwelijke gringa durf je al eens te paraderen in buitengewoon onflateuse pyjamabroeken in felle kleuren of met de zogenaamde drollenvangers (een wijd zittende katoenen broek met elastiek waarvan het kruis op de knieën valt), beenverwarmers en ‘modieuze’ blouses met inca-patronen of andere lokale gewaden.

3/ Wat zit er in je klein rugzakje dat je steeds op je buik draagt tegen de gevaarlijke inlandse bevolking:

(Dat Dirk Frimout de ruimte is ingegaan met minder wetenschap tot zijn beschikking deert je niet.)
-Hip gsm-modelletje (+ lader)
-Digitaal spiegelreflex fototoestel (+ lader). Grote modellen zijn weer in trek.
-I-pod met koptelefoon (+ lader) By the way, met Bob Marley of een ander reggaedeuntje zit je altijd goed.
-Memory-stick
-Trendy zonnebril
-Je reisbijbel, meer bepaald reisgids Lonely Planet waarvan er jaarlijks meer dan 6 miljoen exemplaren over de toonbank gaan. Zeg maar je Neckermann.
-Je gestroomlijnd mini-laptop (+ lader) met digitale gedownloade –in 80 klikken rond de hapklare wereld- versie van de Lonely Planet uitgerust met het slimste navigatiesysteem waarop je in real time afleest of een stem die zegt: “Hier rechtsaf, binnen drie minuten ben je op je bestemming. Een kaartje voor de bus naar X kost X euro en aan loket 3 kan je een ticket kopen bij Eliseo. Toon onze lidkaart en ontvang 3% korting. Haast je, want de verkoper Eliseo moet hoogdringend zijn behoeften doen. Druk op Y om je buskaart online te reserveren met je creditkaart en ontvang 4% korting in Hostal “The real traveller”. Ten allen tijde kan het thuisfront jou en je route 24u per dag live meevolgen achter hun PC en je advies-berichtjes sturen. Surrealistische sciencefiction! Niet voor lang meer, geloof me.
-Verschillende betaalkaarten en baar geld (het equivalent van een gemiddeld Boliviaans jaarloon)
-Flesje water voor de gringa en flesje coca-cola voor de gringo.
-Reserve T-shirt met de tekst: “I was here…I did this…”
-Pasport met zoveel mogelijk reistrofeeën (douane stempels)
-Een halve apotheek. Tegen elke mogelijke aandoening een pilletje tot en met anti-bacteriële zeep toe. Je hebt dan ook een diepgeworteld wantrouwen jegens de plaatselijke dokters en tandartsen en eist repatriëring bij een breukje. Wel dweep je tegelijkertijd met mystieke sjamanen, medicijnmannen en bebaarde goeroe’s.
-Geen uurwerk –no way,José – want je bent vrij!

4/Waar ben je?

Onverbiddelijk op de vercommercialiseerde gringo-route (je Benidorm) als geconditioneerde kudde consument en op alle plekken van de must-see-list die in je stuk gelezen Lonely Planet bijbel staan (moet welhaast ironisch bedoeld zijn: Eenzame planeet!) die je tegen beter weten in slaafs opvolgt op zoek naar affirmatie van die overbekende conservatieve beelden en vertrouwde beschrijvingen vanuit je reisgids, internetsites, (ongenuanceerde)reisbrochures, gesponsorde televisie reisprogramma’s of exotische reality shows die om kritiek smeken.
Je kan zelf -geloof het of niet – sommige andere globetrotters terug tegen het lijf lopen in een ander continent en dit na maanden voyageren.
Andere ‘enclaves’ van de backpackers scène zijn:
- De betere koffiehuizen of trendy reizigersbars met wifi die vermeld staan in je gids met “the best place in town”
- Het postkantoor, waar je ansichtkaartjes schrijft met bejubelende superlatieven die bewijzen dat je er geweest bent en hoe geweldig het allemaal wel niet is.
- In een backpackers getto zone gelegen hostal dat uit zijn voegen barst, omdat het aanbevolen staat in je bijbel als “cheap but clean” - waardoor de eigenaar op zijn beide oren kan slapen tot zijn oude dag - tussen andere gelijkgestemde volgzame massazielen. Tot het moment aanbreekt van afscheid nemen. Maar laat nu het toeval zijn dat je kamergenoten ook dezelfde kant op gaan van het land en je buur-kamergenoten vertrekken nog niet meteen, maar komen later eveneens die kant op.
- De betere druk gefrequenteerde disco opzoek naar vertier en goedkope drank en waarbij geflikflooi met een lokale schoonheid indruk maakt op je vrienden en je status vergroot. Zo’n verhaal is in rugzakkerskringen zoiets als een gouden Rolex.
- Cybercafes . Je weet het als een celeberty een scheet in een fles laat of als je favoriete voetbalclub verliest (wist ik het maar niet!) .
- Low-budget restaurant “Los amigos” aanbevolen met drie sterren volgens je Lonely Planet en voorzien van menu’s in het Engels, waar je een knusse kolonie bellen blazers vormt met andere autonoom (schijn)zelfstandige trekkers die je al tegenkwam in je hostal, internetcafé, pub, tijdens je avonturentocht, bij een trekpleister met het predikaat “werelderfgoed” van de UNESCO of bij het nemen van dezelfde foto van een geoxideerd standbeeld van…nee dat weet je niet meer.
Het voordeel van dit alles is dat je nimmer het risico loopt op een cultuurschok.

5/Wat denk je?

- Je denkt weliswaar een zaakje gedaan te hebben als je kunt afdingen, maar laat je niettemin bedotten als je charmante gids glimlacht en een grapje maakt waarmee al duizenden andere voor de bijl gingen.
- Je kijkt ontegenzeggelijk minachtend neer op de horde stompzinnige doorsnee strand vakantiegangers en andere Cook-adepten met je egocentrische tunnelvisie want jij bent tot slot de ware door de wol geverfde achteloze reiziger die het leven kent.
- Je kijkt neerbuigend en hautain neer –zonder dat je het zelf beseft –op de locals en hun tradities waarbij je je eigen moderniteit en ontwikkeling –je waant je altijd slimmer – celebreert met het superioriteitsgevoel van mensen die zichzelf de enige beschaafde wezens op aarde vinden.
- Om de een of andere mysterieuze reden adoreer je commandant Che Guevara (draagt zijn commercieel T-shirt) die met zijn gewelddadige revolutie het leven beroofde van vele brave burgers. Daarentegen is een Andes-boer die zijn lama slaat een misdadige beul hors categorie.
- Uiteraard kijk je met misprijzende wenkbrauwen naar een Boliviaan die een papiertje op de grond gooit (foei!) of zich gehurkt ontlast op straat maar hebt zelf –of je het nu wilt of niet– één van de grootste ecologische voetafdrukken op deze aardbol. Dit voelt lichtjes onbehaaglijk aan, maar niet genoeg om niet ten volle te genieten temeer je daags nadien nog een flink milieubelastende binnenlandse vlucht neemt. Het is echter niet het moment voor existentiële vraagstukken want je hebt nog een druk en strak reisschema voor de boeg.
- Je prijst de Argentijnse T-bone steak en burgers maar bent verontwaardigd tot krokodillenstranen toe, bij het zien van de hallucinante Amazone ontbossingen in weilanden om koeien te stockeren.
- Als rondlopende dollarzak denk je dat arme mensen gelukkig zijn omdat ze lachen. Ze zijn zo lief, puur, vrij, mijnheer. En hun dorpen tevens zo idyllisch, vreedzaam en pittoresk. Voor de grimmige maatschappelijke realiteit sluit je de ogen of sus je, je geweten met een aalmoes aan de smekende vingers van een bedelaar en blaas zo je laatste greintje schuldgevoel weg.
- Moderne appartementencomplexen, fastfoodketens, hotels, supermarkten, buildings, snelwegen,…betekenen voor jou steeds een steen des aanstoot, een gruwel van verloedering van het authentieke patrimonium en een aanslag op de natuur van maagdelijke vergezichten en ruige stofweggetjes maar voor de plaatselijke bevolking is het juist ontwikkeling en sociale vooruitgang. Je bent als homo-touristicus-nostolgicus op zoek naar stukjes verleden en projecteert je romantische wensen en verlangens op deze volkeren als ´phénomène extraordinaire´ en op hun biotoop. Zij leven daarentegen met beelden van de toekomst; de ene mythe botst tegen de andere.
- Je bent als globetrotter een fervente pleitbezorger van het anti-globalisme (leg dat maar eens uit, daar paradoxaal genoeg reizen een van de belangrijkste processen van mondialisering is) en bent ook tegen het kapitalistische imperialisme (toch in woorden) maar bewondert als homo-touristicus-culturalis de talloze ruïne tempels van het eens zo machtige Inca-rijk die destijds de plaatselijke stammen gewelddadig onderwierpen en onderdrukten. Je betaalt er tevens vele dollars entree geld voor.
- Na je trip denk je ”gegroeid” te zijn en niet meer dezelfde nitwit. Je denkt meer geleerd te hebben dan de meeste mensen in hun hele leven. Onverstelbaar toch, hoe we onze wensen maar voor werkelijkheid blijven houden want het toerisme heeft nauwelijks tot meer begrip voor die landen of volkeren geleid. Ofschoon de politiek correcte brugfunctie van reizen schromelijk overschat is. Het leidt vaak juist tot afkeer en agressie van de lokale bevolking. Trouwens over elke uithoek van de wereld zijn bergen informatie beschikbaar. Wie zich deze kennis eigen maakt weet duizend maal meer van zo’n land dan een reiziger die er enkele weken verblijft. Een reiservaring levert geen kennis op, enkel anekdotes, subjectieve indrukken en oppervlakkige impressies.

6/Wat doe je?

In weerwil van wat je wil geloven maak je quasi dezelfde voorgekookte, beheersbare en voorspelbare avonturen mee. Hoe je het ook wendt of keert.
- Je koopt ettelijke prularia die je thuis geen blik meer waardig gunt maar waar je toch mooi, op het arrogante af, hebt voor kunnen afdingen van die arme beledigde sloeber.
- Alles welbeschouwd ben je een einzelgänger maar klikt direct samen (praat zo goed als uitsluitend Engels op je tocht) met andere was daar, deed dat-types en schept tegen elkaar op over je capriolen met je nog uniekere, nog moeilijker bereikbare nog authentiekere ervaringen. Je troeft elkaar af dat je als backpacker in hart en nieren minder hebt betaald, viezer hebt geslapen, dat het pas echt zwaarder/warmer/kouder/mooier/gastvrijer/spannender/puurder en ruiger was op lokatie X. De overjarige Hippie, nog steeds in het spoor van Jack Kerouac, hamert er tegen jou,de Millenial, op - tot vervelens toe zelfs - dat het vroeger spartaanser, rauwer kortom echter was voor het door toeristen ‘ontdekt’ en ‘verpest’ was. Om maar te zeggen hoe de menselijke alomtegenwoordige kleinheid ons vergezelt tot voorbij ondoordringbare wouden, ontzaglijke bergen en immense ijsvlakten. Een en ander doet me denken aan de uitspraak van Aldous Huxley “All men are snobs about something” . Misschien zit er nog een grond van waarheid ook in.
- Je bent steeds ´on the road´ en verkast van het ene naar andere stukje wereld waar werkelijkheid is overgegaan in Bokrijkse bezienswaardigheid; jeep in –jeep uit, bus in –bus uit, vliegtuig in-vliegtuig uit , taxi in –taxi uit, hostal in –hostal uit.
- In de stad loop je zo pretentieus bloot mogelijk in de zon daar waar de indigina’s gekleed in de schaduw wandelen. In feite leg je bitter weinig respect voor de dag –soms uit onwetendheid - voor de omgangsvormen en gewoontes ter plaatse, want je bent vrij.
- Menigmaal wissel je e-mailadressen uit na een gesprekje van 10 minuten met een “interessante” vreemde reiziger, waarvan enkel de kop van Jan Decleir Vlaamser is dan die van je nieuwe vriend. Ja, ja je hebt veel nieuwe vrienden, een boekje vol.
- Een beetje vrijwilligerswerk aan de lokale bevolking vormt het alibi om onder de vlag van ‘verantwoord’ te reizen en je CV te vullen. Het wordt niet voor niets volunturism of humanitair toerisme genoemd.
- Praten met soortgenoten is sowieso vooral tips uitwisselen: goedkoopste hostal daar, beste reisorganisatie ginds,…
- Je spendeert je poen aan hostals, pubs, restaurants, gespecialiseerde mini-reisbureautjes die als exact dezelfde paddestoelen uit de grond schieten, zo goed als allemaal uitgebaat door buitenlanders en aldus vloeien de kortetermijnwinsten van de lucratieve handel terug in de zakken van de Westerling. De autochtonen worden ook, zei het met veel valse beloften –om zo ook het verzet in de kiem te smoren – in ´s werelds grootste industrie ingeschakeld en verwaarlozen hierdoor hun subsistentie landbouw wat hun afhankelijkheid verhoogt van het kapitalistische systeem. Echter ingeschakeld als vijfde wiel aan de toeristische wagen en zijn zo niet veel meer dan banale figuranten in een exotisch decor als gids, drager, verkoper van snuisterijen of handgemaakte souvenirs, flexibele seizoensarbeiders in restaurants of hotels en in het het slechtste geval niet meer dan fotomodel, bedelaar, (kind)prostituee, seksslaaf of verslaafde drugsverkoper. Als de kip met de gouden eieren geslacht is en het plekje zo volkomen is leeggezogen door deze nieuwe vorm van recreatief neokolonialisme, waarbij de bevolking evenmin als bij de vroegere kolonisatie toen we het land leegroofden enige inspraak heeft, en er niets meer overblijft dan een versunaird oord, na de onherstelbare schade aan natuur en verkrachting van de lokale identiteit en traditionele cultuur, dan gaan we als pottenkijkers in geen tijd de volgende ongeschonden streek kannibaliseren en toeristiseren tot het wederom van hetzelfde laken een broek is. Het laat zich al raden en hoeft amper een betoog wat er gebeurt met de achtergebleven ontwortelde etnische gemeenschap...inderdaad, die zijn het kind van de rekening en emigreren uit noodzaak naar de stedelijke krottenwijken gebukt gaande onder het juk van de armoede of verhongeren. Ook een oorlog, epidemie, dreiging van fundamentalistische groepen, of een natuurramp hebben deze gevolgen voor de van toerisme afhankelijke bevolking. Ook hier spelen de Wereldbank, WTO, IMF, Unesco en andere Westerse wereldorganisaties een belangrijke rol in, want voorwaarden voor samenwerking met die regeringen (leningen,hulp en militaire steun) was en is de opgelegde Westerse ideologie als het te volgen model, door onder andere het land open te stellen voor toerisme en liberalisering van de markten, zogezegd als zegen en instrument voor armoedebestrijding van het ontwikkelingsland maar in de praktijk is het inmiddels duidelijk een vloek voor de inwoners, hun cultuur en vooral de kwetsbare natuur. Zolang we geen veranderingen aanbrengen in de uitbuitende wereldstructuren, zullen die regeringen afhankelijk blijven van zulke onzekere inkomsten want nooit zal toerisme die Derde Wereldlanden structureel ontwikkelen zolang grondstoffen, afgewerkte producten, landbouwproducten ,…geen rechtvaardige prijs krijgen, en de lage loonlanden geen normale, rechtvaardige lonen kunnen (willen) betalen.
- In gesprekken met andere lotgevallen prijs je steeds je eigen vaderland aan alsof je de patriotische ambassadeur ervan bent en versterkt zo je zelf-identiteit. Waarbij ik nog even vermelden wil dat we als Belgen geen indruk meer maken met Mexico '86, noch met het feit dat we de dapperste aller Galliërs zijn.
- Je trekt –hoewel je uiteraard anders hoopt –miljoenen identieke Japan-kiekjes met je hypermoderne digitale camera tijdens je vluchtige bliksembezoeken en sight-seeings (druk reisschema, nietwaar) De details van je bezoeken zul je later in je thuisland wel gadeslaan via je genomen foto’s. Je mag dan honderden euro’s betaald hebben aan een vliegtuigticket over een paar centen vergoeding aan een traditionele inboorling –die zijn plastic bekertje uit het zicht van je lens diende te leggen alsook de dronken man in westers kledij en de jonge dame met GSM werden zorgvuldig uit beeld gehouden – dus over die fotovergoeding doe je al gauw moeilijk veelal uit ’principe’ of gebaar je van krommenaas. Daaruit blijkt wat je als realiteit ziet en belangrijk vindt.
- Een daadwerkelijke conversatie – hoe kortstondig ook -met een inwoner beschouw je als culturele uitwisseling en maakt je dag goed want contact met de locals stond ook nog op je prioriteitenlijstje.
- Tijdens een busrit –achter je reisbijbel, Rayban zonnebril en I-pod – wordt je pisnijdig en ambetant bij een panne want je strak reisschema is nu in de war, evenwel pak je er later mee uit op zo’n toon van : ‘Ooo, wat zijn we weer interessant!’. Hetzelfde met andere netelige situaties als zijnde: smerige toilet voorzieningen, overval, problemen met de bullebak van een douanier, de calvarietocht door de woestijn, twee weken difterie, drie dagen cel,….maar het slecht naar je zin hebben is uit den boze want je bent geen schlemiel, al laat ik dat laatste liever in het midden.
- Je apprecieert het plaatselijk levensritme maar als je een halfuur op de gids of op een gerecht in een restaurant moet wachten begin je te jammeren of bol je het zonder schroom af (andermaal je strak reisschema!).
- Ofschoon je ontzettend van grensverleggend avontuur houdt en op zoek bent naar overtreffende trappen inzake waanzinnige kicks als lustvolle schok-ervaring, extreme sporten met de nodige adrenalinerushes en ander goedkoop heroïsme ben je tot in de kleinste details beter verzekerd dan de Mona Lisa.
- Een exotisch gevaarlijk dier spotten en het vooral digitaal vastleggen maakt je vanzelfsprekend gelukkig daarentegen drijven die ellendige insecten je tot waanzin.
- Je kruipt gezellig samen achter de DVD-recorder in je Hostal of liever nog, achter je laptop in je kamer voor een aflevering van Friends (die je al 7maal eerder zag) of een match van de Primier Leagua in de pub waar je over de competenties beschikt om zelfstandig te overleven ”Un cerveza, por favor”
- Je brengt al bij al, massa's tijd door in internetcafés of achter je eigen laptop want per slot van rekening moet je jouw achterban in het tochtgat aan de Noordzee onderhouden (lastigvallen) met je avonturen (of toch het gedeelte dat je aan de grote klok wilt hangen) via mails, chats, webcams, sociale netwerken, blogs, filmpjes en digitale foto’s.
- Je voelt je de reïncarnatie van pioniers als Stanley, Livingstone, Marco Polo of Columbus als je een georganiseerde wandeling, sorry expeditie of jungletocht, maakt in de wildernis over door mederugzakkers platgetreden paden. Alleszins met je kaki pak, bergschoenen en panamahoed lijk je meesterlijk op een parodie van de AS-Adventure catalogus.
- Bij tijd en wijle een typisch lokaal gerechtje gaan eten beschouw je –de meerwaardezoeker – als een uitdaging. Je beseft niet dat de obers die in aangepaste ceremonieklederdracht rondlopen, als clowns, als product, zo hun cultuur bespottelijk maken. Zo past en modeleert men in veel gevallen de cultuur aan de wensen van de toerist en dit alleen om de ervaring ‘authentieker’ of zogezegd ’interessanter’ te maken’. Met een soort buitengewoon karikaturale koloniale beelden, alsof er een soort zuivere identiteit bestaat. Wie het beeld van Bolivia tot dusver overhoudt met enkel lama’s, panfluiten, bolhoedjes en cocablaadjes is van gisteren. Dit land wrikt zich los uit een rijk maar tevens tragisch verleden van kolonialisme, burgeroorlogen, dictaturen en miskenning van de meerderheid van de bevolking: boeren en indianen. In dit tijdperk van globalisering willen vooral jongeren een nieuw Bolivia met een aantrekkelijke toekomst. Zonder hun tradities daarvoor al teveel te verloochenen evenwel beseffend dat cultuur moet leven en voortdurend verandert.
- Op een inwoner die zit te lummelen op een bankje kleef je algauw het etiket luierik, als je daarentegen zelf op dat bankje zit te lanterfanten ben je echter de "couleur locale" aan het observeren en opsnuiven.
- Coca-plantages beschouw je als immoreel maar de pop-en rocksterren, sporters, bankiers, beau-monde, supermodellen, filmsterren en party-people die erop los snuiven bewonder je mateloos. De onverantwoorde boer die coca verbouwt, om zijn gezin te onderhouden moet maar bananen telen tegen een 80% lager inkomen.
- Vastberaden wil je bewijzen dat elke kudde slimme en minder slimme wezens telt. Je doel is om als homo-touristicus-naturalis en (wannabe) avonturier oog in oog te komen staan met de overweldigende unheimliche natuur. Liefst een ontoegankelijk, onbekend en ongerept gebied in de brousse, terra incógnita, je eigen Heilige Graal, je eigen El Dorado, je eigen natte droom zoals beschreven in boeken als The Beach of In to the wild. Waarna je pretentieus en bruin gebrand bij thuiskomst –onder het motto, er waren daar helemaal geen toeristen –een goed verhaal hebt. Maar zoveel hoogmoed dat blijft niet onbestraft want hiermee help je dit onbezoedelde spotje zienderogen mee (sorry voor de naïeve gecultiveerde illusie maar voor jou waren er weldegelijk andere bezoekers) dus mee, naar de verdoemenis. Want er volgen een niet te stuiten en alles vernietigende stroom anderen naar dit Mekka ,inclusief opportunistische ondernemers en een Lonely Planet recensie, want de groeispurt is een kwestie van tijd en wat dan ook het begín van het einde betekent voor dit kwetsbare natuurparadijsje. Net dat wat je niet wilt maar aldus geschiedt (A lo hecho pecho). In dat licht verbaast het niet dat na de Belgische kust, de Provence, ontwikkelingslanden, conflict- en oorlogslanden, rampgebieden en sloppenwijk rondleidingen, de treurigste uithoeken van de voormalige Sovjet-Unie, de troosteloze Bourinage van Charleroi en ander zwarten gaten erg in trek zijn als afwijkende bestemming en attractie. Voor de megalomane steenrijke ‘backpacker’ is het summum een ruimtetrip. Evenwel nog niet in eco-vorm beschikbaar!

Ten slotte nog even dit:

Ja, dat is allemaal goed en wel Mijnheer Segaert maar je maakt soms zelf deel uit van de 1000.000.000.000 (inderdaad, 1miljard!!!) jaarlijkse toeristen of reizigers zul je nu terecht opmerken. Dat klopt en ik geef grif toe dat een aantal beschrijvingen ook op mij van toepassing zijn. Nu moeten jullie, liefste lezers, mij niet verkeerdelijk verstaan want natuurlijk is dit stereotype beeld dat ik schets van de reiziger alias toerist bewust een arbitraire vereenvoudiging, met de haren getrokken, ongenuanceerd met krasse uitspraken, meer dan overdreven, zeker te kritisch, sarcastisch bedoeld, op het randje ironisch en wellicht een beetje cynisch en met de waarheid waar je maar wilt. Hoe dan ook, het punt is dat ik zelf gruwel van cliché veralgemeningen en dat ik enkel duidelijk wil maken dat ‘DE toeristen’ niet bestaan en ‘DE backpackers’ ook niet. Waarbij DE verwijst naar het leven van miljoenen van de meest uiteenlopende individuen. Dit ongrijpbaar geheel kan men niet reduceren tot een statisch iets. Vanuit deze kritiek komen we naadloos bij ‘DE armen’ of ‘DE Derde Wereld ‘ en deze bestaan al evenmin. De container begrippen De Derde Wereld (er is er trouwens nog altijd maar één) en Noord-Zuid hebben ons enerzijds het armoedevraagstuk doen beseffen, maar hebben het anderzijds bevroren in concepten van onveranderlijke onderschikking ivm inferioriteit en van homogeniteit.


Liefs,

Federico

dinsdag 16 november 2010

Gracias, bedankt en merci

Liefste vrienden en sympathisanten,

Nogamaals bedankt voor jullie steun.
Veel gezinnen, jongeren en kinderen varen er wel bij.
Doe zo voort, wij doen dat ook.

groetjes
van het wawautas-team

ps klik op de foto om hem integraal te kunnen bekijken

vrijdag 5 november 2010

Het zijde draadje van het geluk!

Na een gekraakt schot dwarrelde de bal tegen de doelpaal om vervolgens tergend langzaam...
Op dat moment keek ik met enige fascinatie rondom mij naar het allegaartje protagonisten van de voetbalfinale.
Sapano - de snelle linksback- hield zijn handen voor zijn ogen.   Een pose die hij wel meer aanneemt. Hij is één van de twee schoenpoetsers die na de verbouwingswerken van het centrum Wawautas succesvol zijn brood verdient in de bouwsector.  Arme gasten blijken  toch tot meer in staat dan wat gewoonlijk wordt aangenomen mits wat hulp en aanmoedigingen om het vliegwiel op gang te brengen.  
Roberto - de heerser op het middenveld -een rare snuiter met op zijn strafblad de gebruikelijke delicten schreeuwde zich de longen uit het lijf alsof hij zo de bal in laatste instantie kon beïnvloeden qua richting.  Roberto´s vrouw is één van de drie vrouwen van de schoenpoetsers die een naaimachine leerde hanteren tijdens de cursus die wij (u en ik) aanboden.   Heden verkoopt de vrouw zelfgemaakte kleren op de markt in El Alto.
Cléto -de rechterflank speler- die in zijn leven al zoveel stommiteiten uithaalde dat het met geen pen te beschrijven valt, bleef kalm bij het gade slaan van de rollende bal, doodkalm, de kalmte zelve was hij.  Hij slaagde erin om voor zijn familie een piepklein huisje te bouwen met gevolg ze geen huur meer betalen.  Dit via het microkrediet dat wij (u en ik) ter beschikking stelden.  Hetzelfde verhaal voor de aanvaller en driftkikker Carlos - steeds lopend op zijn imitatie reeboksneakers -  al is deze nog bezig met het terugbetalen in mini-schuifjes.
Andres -de eeuwige reservespeler - die iets heeft van een melancholieke boedha met het IQ van een pantoffeldiertje maar ó zo grappig.  En dan zijn lach! Een dreunende buiklach die zijn schouders en maag doen schudden en waarvan hij de tranen in de ogen krijgt.  Hij zag de bal helemaal niet maar lachte niettemin een kerkhof aan zwarte tanden.  Andres wiens vrouw met haar bol gezicht wat van indianenbloed getuigt en haar quasi tandenloze cholita vriendin met haar omvangrijke moederlijke taille verdienen ook iets bij.   Ze lopen rond met een gsm die met een ketting aan hun lichaam vastzit; de moderne variant van de telefooncel.  Je houdt deze vrouw met fluovestje aan en je belt terwijl zij met de chrono de duur van je gesprek vaststelt.   Je rekent af per minuut.  Simpel!  Dit is de vondst van arme mensen die willen verdienen om te overleven.  Wij (u en ik) investeerden in twee exemplaren.   Zelfs spaarden ze na ongeveer een jaar een derde mobieltje bijeen. Geweldig, nietwaar?
Deze voorbeelden zijn in een notendop het gevolg van enkele weloverwogen projectjes die ik met de gasten maak tijdens onze dagelijkse babbels naast het gefilosofeer of Messi dan wel Ronaldo dat beste sjotter van deze aarbol is.  Ik maak er een punt van om de kameraden zoveel mogelijk tekst en uitleg te verschaffen hoe iets te bereiken, hoe tijdrovend dit ook is.  Niet met het belerend, betweterig vingertje noch met paternalistisch gezever.  In ruil maken we afspraken waaraan  beide partijen zich moeten houden.   Ik behandel ze niet als meelijwekkende slachtoffers maar bied hen kansen waarbij ze zelfs hun verantwoordelijkheid moeten opnemen.  Ik merk dat ze aan zelfvertrouwen winnen  als ze overtuigd zijn dat vooruitgang een gevolg is van hun eigen inspanningen en opofferingen.  Ik leerde dat vooruithelpen meer is dan  goed advies geven of materiële hulp bieden.  Het betekent evenzeer eisen stellen en voorwaarden creëren binnen de grenzen van de  mogelijkheden.  De kern van het probleem- zonder hier de psycholoog te willen uithangen - blijkt vaak het gebrek aan verzet tegen de eigen situatie.  Hun zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen  raken zoek na jaren door iedereen als arme mislukking en achterlijke randfiguur bestempeld te zijn.   Nochthans zijn dat de noodzakelijke voorwaarden om aan een toekomst te timmeren..   Omdat dit misschien allemaal een beetje irritant pompeus klinkt, voeg ik er eerlijkheidshalve snel aan toe dat hun ondernomen stappen heel broos zijn wat elke lyrisch triomfalisme misplaatst maakt.   Ik bedoel dat elke kleine tegenslag de balans des te heviger kan doen omslaan.  Een natuurwet is er niets bij. Temeer het slechts zelden een kwestie is van hun keuze of zelfs van aanleg. 
Neem nu het uit het leven gegrepen voorbeeld van Pascual -de topschutter van de ploeg - met zijn bijzondere manier van lopen, enigszins voorover gebogen altijd vechtend tegen een denkbeeldige stormwind.  Hij stond onbeweeglijk met zijn mond wagenwijd open, als een vis op het droge, naar de bal te koekeloeren.   Een ongelooflijk voetbaltalent is hij dis tijdens de weekends wel zes partijtjes afhaspelt tegen betaling.  Met veel moed zit hij momenteel in zijn derde academiejaar architectuur, jawel liefste lezers van straatjongen naar architect. ´s Nachts werkt hij zich te pletter in dienst als taxichauffeur om zijn studies te bekostigen en zijn gezin te onderhouden.  Gelukkig -Ochala! zoals ze hier zeggen -werkt zijn vrouw ook.  Wij (u en ik) hebben de betaling van de rijlessen en rijbewijs op ons genomen.  Een luttel ogenblik.  Een accidentje, de exacte toedracht is me niet geheel duidelijk.  De gevolgen wel, daar de kosten van beide auto´s -zonder poeha -op hem persoonlijk verhaalt werden door zijn werkgever!!! Daar sta je dan -machteloos - na zoveel opofferingen.
Laat ik weer overgaan tot de orde van de dag.  Na een gekraakt schot dwarrelde de bal tegen de doelpaal om vervolgens tergend langzaam...in doel te belanden.  Welliswaar in onze eigen goal!!!  Gevolg is dat we de finale alsnog verloren.   Ditmaal verschenen er blikken van teleurstelling op hun gezichten.   Een ontgoocheling die gelukkig snel baan ruimde voor het feestgedruis van de vice-kampioenen.   Het werd een onvergetelijk "Moment de gloire" waar geen film of feuilleton tegenop kon; de werkelijkheid.  Die, reeds legenderarische, avond smeedden we het soort vriendschap dat bezegeld werd in een  nacht die ongemerkt overging in de ochtend.  Ik zal niet in detail treden over de taferelen maar betrokkene zal het zich herinneren tot in RVT  "In onze taaid".
De Nederlandse trainer Rinus Michels pakte ooit uit met de ondertussen bekende stelling dat voetbal oorlog is.  Welnu, liefste lezers, voor de lustrabotas is voetballen puur plezier waarbij hun persoonlijk oorlog, hun survival of the fittest, het straatleven is.  Daarentegen nota bene, is voetbal wel oorlog voor de president van Bolivia, Evo Morales, getuige zijn onsportief welgemikte kniestoot in het kruis van de tegenstander (zie beelden: http://www.youtube.com/watch?v=EZbTvWgdY3k ) tijdens een voetbalwedstrijd tegen de oppositie.

Het ga me hier goed,
Liefs
Federico

donderdag 28 oktober 2010

Bruggen slaan

Eergisten ging ik naar het ziekenhuis.  Dat lijkt een zwak begin voor een verhaal, maar niet wanneer ik zeg dat dit was met drie mogelijke hepatitis-A gevallen.  Een epidemie van deze zeer besmettelijke aandoening konden we missen als de pest in het centrum Wawautas.   Alle dekens, speelgoed en tapijten werden dan ook onmiddellijk onderworpen aan een grondige desinfecterende schrob-en wasbeurt.  Niets werd aan het toeval overgelaten want de gezondheid van vele kindjes alsook de goed naam van Wawautas stonden op het spel.
Het was Antonio met zijn spillebeentjes die symptomen vertoonde die ons zorgen baarde.  Hij leek even mager als een lintworm en had een wasachtige gele, bijna doorschijnende huid, waardoor al zijn blauwen aderen te zien waren, als bij een plaatje uit een biologieboek.  In allerijl naar het ziekenhuis rennen was de enige verantwoorde te nemen beslissing.  Samen met zijn twee zusjes (3,5 en 5 jaar) -die konden we maar beter uit voorzorg ook direct laten onderzoeken -betraden we de chaotische heksenketel, beter bekend als openbaar ziekenhuis.   De overvolle wachtzaal bezorgde me tintelingen van ongeduld in mijn vingertoppen.   Dat verbeterde er niet op na het dovenmansgesprekje met de vrouw (regelneef) van de info balie, waarbij de toon en de herhaling belangrijker waren dan de woorden.   Het toeval wilde dat ik de sociaal werkster Marcia -die ik vrij goed kende - in de gang tegen kwam toen ik naar het toilet liep met de kleine wenende Antonio in mijn armen nadat hij pardoes van zijn stoel gevallen was op zijn gezicht met als pijnlijk gevolg een bloedneus en een buil. Marcia zorgde voor een versnelde behandeling en een flinke korting.   Dat in landen als Bolivia connecties essentieel zijn staat buiten kijf.
Voor een kleinschalig project is samenwerken dan weer essentieel.  Zo ontstond na onze ontmoeting een informele samenwerking tussen de sociale dienst van het ziekenhuis en ons centrum.   In praktijk betekent dit dat ze achtergestelde families doorsturen en wij aan een goedkoper tarief gebruik maken van hun diensten.
Ook met  foundacion SER, een sociale opleidingsschool voor kansarme vrouwen werken we nauw samen; tijdens hun drie maanden durende opleiding  komen hun kleine kinderen naar Wawautas waarbij Ser de onkosten voor hun rekening nemen.  Wij van onze kant verzorgen een maandelijkse vormingsessie over preventie en opvoeding.  Op deze manier bereiken we een veelvoud aan personen met onze vormingen en begeleidingen.   Tegen deze achtergrond groeit ons project (vooral kwalitatief)  en heeft het in de buurt enige naambekendheid.
Tot slot nog meegeven dat we deels in onze "pollekes" mogen wrijven daar het geen hepatitis geval bleek te zijn (oef!!!) alswel de gevolgen van ondervoeding en de voortdurende blootstelling aan koude wat natuurlijk ook geen lachertje is.

Next time; de ontknoping van het voetbalkampioenschap met de lustrabotas (schoenpoetsers).

Liefs, 
Federico

zondag 17 oktober 2010

El Alto; de Far-West van Bolivia.

Geachte president, geachte kameraden...nee dit is niet de aanhef die de parlementsleden hanteren als ze het woord krijgen alswel de schoenpoetsers van ALPRA tijdens hun maandelijkse onderlinge vakvergadering waarin allerlei topics worden besproken die hen aanbelangen.   Ook het decor verschilt danig, geen rode zeteltjes, wandtapijten of heroïsche schilderijen maar één van die trieste, verwaarloosde plantsoentjes die het strijdtoneel zijn van kinderen versus junkies, alcoholisten.   Verdord gras , kapotte glijbaan, een paar schommels aan een roestig wirwar van kettingen heen en weer zwaaiend in de wind naast een nagenoeg gesloopt bankje.  Sympathieke Don Pancho, de oudste onder hen -hun leeftijd varieert tussen de 7 en 77 jaar zoals destijds de MB-spelletjes aangeven al is dit geen spel - benadrukte prevelend dat iedereen op post diende te zijn voor de volgende ronde van de voetbalbeker.
Zodus en zodoende nam ik die bewuste zaterdag het minibusje in El Alto richting sportveldje zoals ik in eerdere gevallen al deed.   Ik wist waar het bric-à-brac busje - met op het dashboard een beeldje van de Heilige Maagd die meer op Barbie leek heen en weer stond te schudden - diende te stoppen.  Maar wat niet in het scenario stond was de omleiding wegens één of andere parade met een fanfare die het gehoempa van vrolijke deuntjes en het verdriet van sombere melodieën liet schallen.  Na een doolhof van vele kleine straatjes laat de chauffeur weten dat we beland zijn aan zijn terminus.  Met een handbeweging, die de grandeur bezat alsof hij mij het leven schenkte, beduidde hij dat ik als laatste passagier moest uitstappen.  Daar was ik dan - alleen - beland in het deprimerend, stinkende universum van krakkemikkige schamele adobé huisjes met golfplaten daken, ergens diep -wist niet waar - in het hol van Pluto, in dit geval El Alto.  De stad is waarschijnlijk de armste van Bolivia en is de afgelopen jaren explosief gegroeid (jaarlijks met meer dan 5%)  Met bijna 1miljoen inwoners is het van een verre buitenwijk van La Paz uitgegroeid tot de tweede stad van het land (80% behoort tot de inheemse Aymara bevolkingsgroep).  Het is er een onherbergzaam gebied op 4100 m,ontworpen  om de grenzen van de menselijke mogelijkheden te onderzoeken.  Een milieu  waar men je ziet als iemand met groene vingers als je er een ordinaire cactus in leven kunt houden.  De wegen die waren er in een erbarmelijke staat.  Ripio, zoals ze dat hier zo mooi zeggen, wat zich laat vertalen door "onverharde weg" een zachte haast eufemistische vertaling als je het mij vraagt. Op de vele hoeken van de straten hingen macabere levensgrote lappen poppen aan lantaarnpalen.  Ze gaan vergezeld van een niet mis te verstane waarschuwing: "Elke dief die gepakt wordt , zal branden" daar men geen vertrouwen meer heeft in het lakse optreden van politie en justitie.  Volgens  de verantwoordelijke autoriteiten vonden er in deze wijken van El Alto in de eerste helft van 2009, 35 lynchpartijen plaats, 13 met dodelijke afloop.   Wat dat betreft hoeft het amper een betoog dat het ee "gezellige"buurt was als gringo.  Laten we het daarop houden.  Ik vroeg aan de chauffeur waar de weg naartoe ging, hij zei enkel "naar daar" en deed dat Roger Moore -ding met één van zijn wenkbrouwen. Tja, van praatzucht kon ik hem in elk geval niet beschuldigen.  In eerste instantie wachtte ik nog op een busje die de richting opging van de heenreis, maar nee, de allermooiste dingen hebben er een handje van weg om expres niet te gebeuren wanneer je het zo graag wilt.   Vanaf dat moment herinner ik mij alles in extreme vertraging.  Een koppel - waarvan de vrouw eruitzag alsof ze van een vierling kon bevallen -liep wat verder, "Excuseer mij" stak ik zo vriendelijk mogelijk van wal.  De vrouw noch haar man gaven blijk van enige reactie. "Sorry" een beetje luider dit keer.  Nog nooit had ik zo weinig reactie gehad op mijn woorden, zelfs een vlieg die langs je hoofd zoemt krijgt meer aandacht.  Wat nu? Ik probeerde te denken, tevergeefs.  Teveel vragen en niet één antwoord.   Dus laveerde ik hoofdschuddend verder door een melkweg van papiertjes, afval en andere rotzooi.   De lucht boven me had de kleur aangenomen van een te vaak gebruikte dweil.  Onzeker versnelde ik mijn pas en zette mijn tocht voort.  Links van me enkel lachende magere kinderen, met grimmige gezichten en gekleed in geroffelde vodden die op een blikje trapten.  Rechts passeerde ik een bende gore pottenkijkers -die geboren en getogen zijn in deze Darwiniaanse onderwereld van armen, ontheemden en gemarginaliseerden -, er viel een stilte, alle gesprekken vielen stil, zelfs de alcoholisten leken opeens hun oren te spitsen, alsof er toch iets belangrijker is dan drank.  Er was echter nog iets anders wat me behoorlijk op de zenuwen begon te werken...de roedel loslopende grommende honden achter me.  Ik versnelde nogmaals, ditmaal mt de snelheid waarmee de spaceshuttle de ionosfeer binnendringt.  Maar er was meer aan de hand! Plots, uit het niets, verhieven zich voor mijn verbaasde ogen drie gasten in joggingpak waarvan ééntje met een mes dreigde als een exorcist met een kruisbeeld, daarbij iets mompelend wat ik niet verstond maar wel begreep.
Een miljardste van een seconde later, mijn bloed raasde als een opgewonden bijenzwerm, maakte ik me -in een tijd die een eeuwigheid leek - snel uit de voeten en slaagde er wonderbaarlijk al hijgend in om ze van mij af te schudden in wat weleens de sprint van m´n leven zou kunnen geweest zijn.  Nog lang daarna had ik bij de herinnering van die namiddag het gloeien van mijn gezicht en het bonzen van mijn hart gevoeld.  Evenwel, veel zin heeft niet om er te lang over te blijven piekeren, het tegenovergestelde zou mij verbazen.  Toen de namiddag een fijn schuine regen en een inktzwarte schemering uit de oktoberhemel wrong bereikte ik het voetbalterreintje.  Wat was ik blij mijn kameraden er te ontmoeten waarvan velen afkomstig uit El Alto.  Dat moet gezegd worden.  Bolivia zou Bolivia niet zijn indien de wedstrijd op het voorziene aanvangsuur zou starten, met gevolg ik nog op tijd was. 
U vraagt zich -overigens terecht - af hoe de wedstrijd afliep.  Welnu, liefste lezers, die wonnen we na een klutsgoal met  1-0 en bereikten zo de kwartfinales.


Groetjes van een in leven en welzijnde Federico.

woensdag 6 oktober 2010

Het gezicht achter de statistiek

In een achterbuurtsteeg zat hij huilend en onverstaanbaar gelal mopperend op de dorpel van rotesserie "El pollo asado" (het gebraden kieken) terwijl windvlagen met elkaar ten strijde trokken en de nachtelijke koude zich inzette.   Mensen passeerden hem, gunden hem geen blik, geen glimlach.  Ik wou mijn mond opendoen om iets te zeggen, maar omdat er geen antwoorden zijn, vrees ik, zweeg ik en luisterde.
Hij William maakt volgens de meest recente informatie van Unicef deel uit van de 44,4% kinderen en jongeren in Bolivia die lijden onder extreme armoede ( 47%van de inwoners zijn jonger dan 18, zodoende spreekt men hier over 2miljoen kinderen/jongeren)
Daar zat hij , William, de 11jarige in haveloze kleren met een onappetijtelijk eczeem dat de linkerkant van zijn gezicht aanvrat.  Naast hem, zijn schoenpoetserkistje waarmee hij voor een habbekrats een centje verdient als middel om het gezinsbudget te verhogen en de monden te helpen voeden van zijn broertjes en zusjes. 
Nog volgens dat Unicef-rapport werken er meer dan 800.000 kinderen tussen de 5 en 14 jaar op straat. Hallucinant, als je het mij vraagt.
William vertelde me met een verstikte angstige stem, beetje bij beetje -zonder dat ik er naar vroeg - flarden van zijn trieste geschiedenis.  Ik ga niet in detail treden maar het zijn de allomgekende niet meteen opbeurende verhalen van klappen krijgen als ze het nodige geld niet thuisbrengen met gevolg dat ze meer en meer de nacht op straat doorbrengen met de sterrenhemel als dak tot ze op een dag thuis weglopen.   Verhalen van allerlei vernederingen, discriminatie, verbittering en verdriet.  Verhalen van koude, honger, pijn en moedeloosheid.   Nu zullen kritische betweters van mening zijn dat deze verhalen dienen om geld van me te onthutsellen om er nadien snuiflijm mee te kopen als compagnon de route ...indien zo, wat is er miserabeler op die leeftijd.
Het Unicef-rapport laat nog weten dat er alleen al 8000 straatkinderen zijn en nog eens 38000 in opvanghuizen voor minderjarigen leven.  En nog een betreurenswaardige statistiek; op Haiti na is de kindersterfte onder de 5 jaar de hoogste van Amerika.  Vooral de westelijke departementen zolas La Paz, Potosi, Oururo scoren hoog.  In sommige dorpen kent de inheemse bevolking op die hoogvlakte een sterftecijfer van 128/1000.   Ondervoeding en éénzijdige voeding zorgt dat hun afweersysteem laag is en maakt ze vatbaar voor infectieziektes , diarree en griep.  Volledigheidshalve wil ik er nog aan toevoegen dat er naast de straatkinderen nog vele zwervers, zwerfouders en zwerfbejaarden zijn(wat al even erg is), allemaal koortsachtig graaiend in het afval opzoek naar iets om te eten, te verkopen of om aan te trekken.
Er zijn vele momenten waarop je je afvraagt waar je in hemelsnaam mee bezig bent. Dat zullen de jaren zijn, vrees ik.   Zo vraag ik me ook vaak af - en ik word er steeds moedelozer van - hoe lang we nog moeten wachten voordat de wereld werkelijk ingrijpt.  Je kunt je nauwelijks voorstellen hoeveel rapporten met technisch gezwets aantonen wat er moet gebeuren.  Dat zijn er talloze.  De manier waarop het ene document na het andere van een drukpers rolt, voornamelijk van multilaterale drukpersen, die allemaal tot in het oneindige dezelfde feiten aanhalen, dezelfde cijfers presenteren en dezelfde aanbevelingen doen, is bijna bespottelijk - nee, niet bijna; het is bespottelijk.  Je zou zelfs kunnen beweren dat het uitgeven van de lawine aan rapporten een machiavellaanse uitsteltechniek is.   Wil je dat er iets gebeurt? Wacht even - er is nog iets dat we moeten onderzoeken.   We hebben het niet geweten! Bullshit -excusez le mot - we weten het.
Ondertussen wervelde het straatafval in een dans met losse krantenpagina´s als herfstbladeren door de straat.   En William die lachte een droeve glimlach, was dankbaar voor de kip met gebakken banaan en blijft hopen dat het morgen beter wordt.   Hoop...dat is het woord dat ´s ochtends met hem opstaat, ergens in de loop van de dag gewond raakt, tegen de avond sterft maar bij zonsopgang weer uit de dood herrijst.

Liefs,
Federico

ps Volgende keer waarschijnlijk de ontknoping van het voetbalkampioenschap met de ploeg van de schoenpoetsers...komaan duimen allemaal!!

zondag 26 september 2010

De trukken van de foor.

Is er een verschil tussen de kinderen van het project en de Vlaamse exemplaren. Een weinig ben ik dan geneigd te denken.  Neem nu het voorbeeld van het opruimen.  Niettegenstaande de hoeveelheid speelgoed een verschil vormt, wel te verstaan.  In het centrum Wawautas , waar ze God zei dank wel over het nodige speelgoed beschikken, gaat het er soms, maar gelukkig niet al te vaak, als volgt aan toe.
Links van me zie ik het verongelijkt gezichtje van Pedro, zoééntje van: "Lap, dat dit me moet overkomen...opruimen"  Naast hem loopt Marchillo geruisloos weg richting overkant van de zaal.  Hij hanteert de strategie van pure onschuld en zijn gezichtsuitdrukking zegt: "Laat ik doen dat ik doof ben".  Karin komt op de proppen met een zowaar nog heimelijker plan dan de list van de slang in het aardsparadijs.   Voorbeeldig maar vooral ostentatief triomantelijk gooit ze het eerste blokje in de zak en wijst dan theatraal naar de andere klein mannen, met een blik van:" Je denkt toch niet dat ik dit hier allemaal in mijn ééntje ga fixen zeker" .  En Jorge negeert bepaalde blokjes en zegt hij:"Daar heb ik niet meegespeeld". In hun kielzog proberen andere misnoegde koters het met een sluwheid waar Reynaert De Vos nog een puntje kan aan zuigen, zoals: pathetische traantjes, botweg brutaal gelach, woede uitbarstingen met ondraaglijke octaven, aankomende buikpijn veinzen met welliswaar een behoorlijk entertainmentgehalte, dringende plas gebaartjes maken of een knorrig pruimenmondje produceren...kortom het hele scala aan creatieve vondsten.  Dat moet ik toegeven. Uiteraard - het adagium indachtig dat de beste boswachter zelf een gewezen stroper is geweest - is mijn vastberadenheid onverbiddelijk.  Het hoeft dan ook geen betoog dat ze steevast aan het korste eind trekken.  Welnu, als ze zich tenslotte tergend traag en met horten en stoten aan het karweitje wagen tikt de klok al een vol kwartier verder.  Meestal gebeurt dit na tot in den treure aanhoudende volharding van mijnentweg.  Dat kan desnoods inhouden om het dertien keer te vragen, er een kleurspelletje van te maken of ten langen leste en tot mijn eigen scha en schande, een franse vliegende colère met een resem pedagogisch minder verantwoorde maatregelen.Tja, kinderen en opruimen hebben meestal een gelijksoortige relatie als de VS met het Midden-Oosten, wankel en meestal met catastrofale gevolgen.  Natuurlijk overdrijf ik het geheel maar grosso modo  klopt het wel.   Maar laten we wel wezen, nadien en voor ik het goed en wel besef dollen ze weer rond als engeltjes met een euforische stemming en ben ik hun held...tot de volgende keer het terug opruimen geblazen is...waar ik me dan ook geen illusies over maak, laat staan dat ik verwachtingen koester.  Herkenbaar? Waarschijnlijk wel durf ik te stellen.   Hiermee wil ik enkel maar aantonen dat ondanks de culturele verschillen de individuele karakters van de Bolivianen van hetzelfde laken en broek zijn.

Om te besluiten en op het gevaar dat ik een zeur ben wou ik nog even aanstippen dat het dagelijkse verschil eerder  de astronomische inkomenskloof tussen rijk en arm is, die door de verregaande marginalisatie, de hoge werkloosheidcijfers, het hoge armoedepercentage, door de corruptie die instellingen ondermijnt, door de dictatoriale en/of populistische regeringen en mercantilistische structuren, door het groot aantal analfabeten en de lage scholingsgraad, door de criminele drugshandel en door de exodus van zijn inwoners de belichaming is van de onderontwikkeling.

Het ga me hier uitstekend.

Liefs,
Federico   

zondag 12 september 2010

Vertrek (bis 4)



Eigenlijk zou ik wat de komende maanden volgt op deze blog het liefst in sappige en romantische verhaaltjes willen gieten, met good guys en bad guys, plots, veel seks en na een onbegrijpelijke narrow escape overwint het goede en volgt een duizelingwekkend happy end, of iets dergelijks.   Echter, beste mensen, is het dagelijkse niet altijd even spectaculair, zijn de gebeurtenissen, geboekte vooruitgang en resultaten niet van die aard om het Mister Hollywood te laten weten.  Ook al mogen m´n “bolivenissen” niet steeds van dat kaliber zijn toch is mijn belangstelling, mijn nieuwsgierigheid en ook mijn passie voor deze complexe, tragische en fantastische wereld, met zijn buitengewone creativiteit en onbeschrijflijke ellende, waarin de meest verfijnde en de meest barbaarse vormen van de beschaving samengaan, tot de dag van vandaag onverminderd.                                 Eenieder die mijn vorige blogs doorbladerde zal zien dat mijn opvattingen, standpunten en kritiek in de loop der jaren vele malen zijn aangepast, ook al pruttelt mijn geheugen, dat als corrupte gids filtert, nu halsstarrig tegen. Doch wat niet verandert, is mijn enthousiasme dat hulp in een onrechtvaardige wereld van wezenlijk belang is, om de armsten een kans te bieden het lot in eigen handen te nemen.   De twee kleinschalige fijnbekkende projecten Wawautas en het toekomstige Sumakamaña hebben dit tot opzet; het bieden van een aantrekkelijke kans op een beter toekomstperspectief.  Nu is het terug tijd voor keiharde actie ter plekke, want zeggen is niet genoeg of zoals William Blake destijds al zei: “Woorden die niet in daden worden omgezet brengen de pest”.                                                                               

Soms weet ik niet meer of ik moet huilen of lachen bij vertrek en aankomst want steeds laat ik een deel van mijn geliefde leven achter om een ander geliefde deel weer op te nemen…dat is het nadeel van mijn ondertussen schizofreen dubbel leven.   Echter eens aangekomen in Zaventem gaan mijn ogen blinken.  Het voordeel van zo´n twee verstrengelde levens is evenwel te boeiend om een definitieve keuze te maken.   Temeer met zo´n fijne vrienden en familie als jullie, die me steunen op alle gebieden en mij steeds met open armen ontvangen na mijn omzwervingen.

Ik ben klaar om er nog eens stevig tegenaan te gaan!!!

Veel leesplezier de komende maanden,
      ciao-ciao,
     Fré

La Paz