Op één van de vele charmante plaza´s in het pittoreske Cartagena (Colombia) onderga ik het gevaar van iedere verliefdheid en denk, hier zou ik gerust kunnen blijven. Van de ene bank op de andere heb ik er met volle teugen kommerloos genoten vol trage warme uren om het leven in te drinken. Een zonnetje die door de weelderige acaciabomen, mimosa en andere sierplanten piepte. Ware het nog maar om de opgewekte kleurrijke huizen en de schitterende sierlijke balustrades. Scholieren in blauw-witte uniformen ratelden het Spaans gekwetter net als de vrouwen met kinderwagens. En enkele zwijgzame mannen met grote hoeden en gerimpelde bronzen gezichten slijten er zakjes cashewnoten. Misschien had mijn uitermate gunstige stemming ook te maken met het feit dat ik Colombia bereikt had na een helse 6daagse maritieme tocht.
Dit ging als volgt. Tenminste, als je mij toestaat uit de doeken te doen wat me zoal te beurt viel. Eerst en vooral geef ik grif toe dat er betere oplossingen bestonden zoals; het vliegtuig nemen of een exorbitant dure gearrangeerde overtocht. Ik verkoos echter de zelf inéén geflanste bric â brac optie. Laat ons een kat een kat noemen het was niet de beste keuze uit mijn leven.
Je moet eerst en vooral weten dat er geen weg bestaat tussen Panama en Colombia omdat het gat van Darién er tussen zit. Lees meer hierover onder mijn tekst. Het is ontegenzeggelijk een ondoordringbare zone van moerassen, bergen, mangroves en rimboe. De geschiktste biotoop van onder andere de guerrilla strijders, drugkoeriers, verdreven indianenstammen, de malaria mug en gevaarlijke fer-de-lance slangen.
Ik vond een kapitein van een zeilboot, gewapend met een profetenbaard en een karbonkelneus van jewelste, die bereidt was om me drie dagen langs de San Blas eilanden mee te namen. Je kent ze wel uit de oogstrelende reclame plaatjes die idyllische eilandjes vol kokospalmbomen, witte bountystranden in een stilte die hangt te zinderen in en weidse koepel van zonlicht. Ik kan niet ontkennen dat dit, eens temeer, uitgesproken fantastisch knap was. We hadden tijd om er te snorkelen in de turquoise blauwe zee vol koraalriffen waar enkele olijke dolfijnen ons vrolijk tegemoet zwommen . We vierden op een onbewoond eilandje met andere zeilers oudjaar, inclusief kreeft en nachtzwemmen onder de diamanten schittering van de maannacht tover.. Tot hiertoe niets aan de hand ware het niet dat het mindere, het vele mindere van maagklotsend zeilen is dat ik er onophoudelijk ziek van werd. Niet een beetje misselijk maar akelig doodziek haast met koortsige onsamenhangende gedachten die door mijn hoofd schoten.
Geradbraakt luisterde ik naar de laatste instructies van de kapitein over mijn 70 km lange fiets en wandeltocht door het gat van Darién om er een ander bootje te nemen aan de overzijde van een houten brug. Vanaf nu was het menens en ik drong langzaam door de wildernis te midden van beklemmend groen en rotspartijen. Geen eenvoudige opgave. De lucht was er zwanger van vochtigheid. Aanvankelijk gaf ik mijn ogen de kost daar de guitige slingeraapjes en exotische volgels mijn aandacht eisen. De schroeiende middagzon bakte het zandpad waarover ik druipend en zwetend heen fietste. De heet broeierige temperatuur had kennelijk zelfs op de kleurige vlinders een kalmerende werking, want ze flapperden op een warrige manier, alsof ze zich niet konden herinneren hoe ze moesten vliegen. Na een tijdje werd ik omringd door wolken zwarte, zoemende aanvalszuchtige mugachtige insecten waarvan duizenden zoniet miljoenen van die walgelijke beesten in mijn neus, oren en ogen kropen. Het was onmogelijk om te rusten, ik mocht niet versagen, ik moest doorfietsen of me levend laten opeten door die vraatzuchtige vermaledijde creaturen. Er zijn van die momenten tijdens het reizen waarop je je afvraagt waar je in hemelsnaam mee bezig bent. Wees gerust, liefste lezers, dat dat er zo ééntje was. Enfin, ik bereikte, inmiddels de wanhoop nabij, de houten brug. Een belachelijk gammel geval dat over een diepe kloof liep. Het was het soort brug waarvan in de film altijd een plank breekt, zodat de held er tot zijn oksels doorheen zakt terwijl zijn benen hulpeloos boven de afgrond bungelen , terwijl overal speren en pijlen om hem heen vallen. Het zijn dergelijke fantasieën, die mij aangeboden worden als romantische reiziger en die behoren tot de redenen van reizen. Niettemin had ik ze ditmaal niet nodig daar Darién ruimschoots avontuurlijk genoeg is, me dunkt. Over de brug heen zag ik eindelijk mensen en kon er meevaren met een hachelijke prauw, niet meer of minder dan een uitgeholde boomstam die tot kreunens toe vol zat met kippen, mensen, rieten manden, vatten olie en een fiets. Via een vertakte zijrivier gingen we door mangroven en twee hoge muren van oerwoud steeds dieper het geheimzinnige oerwoud in voor steeds kleinere kanalen in het gigantische labyrint van waterwegen tot de boot aanmeerde aan een nederzetting. Een dorpje, een voorschoot groot, met paalwoningen waar iedereen die je tegenkomt doet alsof hij je met plezier zijn laatste drankje zou geven en je met zijn zuster naar bed zou laten gaan tot het je ineens doordringt dat ze grimmig naar je zitten te staren -de gringo -alsof ze de risico's berekenen die ze lopen als ze je vermoorden om je geld en je lijk ergens in de vele moerassen dumpen. Dit om maar te zeggen dat er een luguber sfeertje heerste.Ik nam er een boot, gelukkig groter, dat ons over de Caraïbische zee voerde, waar je je als mens nietiger dan ooit voelt. Noch het feit dat ik terug ziek werd noch het motorgebrul die het trommelvlies van een dinosauriër kon laten springen, konden mij nog iets deren.
Veilig bereikte ik mijn nieuwe liefde, het zinnenstrelende Cartagena na wat veruit het strafste avontuur uit mijn leven was. Ik zou haast durven zeggen, dit nooit of te nimmer . Maar zelfkennis stopt doorgaans waar het échte leven begint, of niet.
liefs
f.
Bij de wildernis van de Darién provincie stopt zelfs de Pan-American Highway. Uniek. Maar de Dariém is dan ook waarschijnlijk het meest ondoordringbare oerwoud ter wereld.De Darién is één van de laatste stukjes ongerepte natuur op de wereld. Maar ook volledig ondoordringbaar. In het zuidoosten van Panama, tegen de grens met Colombia, dekt de strook dicht tropisch regenwoud zo’n negentig procent van de grensstrook tussen de twee landen af.
Bergen en hitte. Een vochtigheidsgraad die de honderd procent nadert. Diepe en brede rivieren. Ze houden zelfs de duizenden kilometers lange Pan-American Highway tegen. Het is de enige plek tussen Alaska en het zuiden van Argentinië waar de langste route ter wereld voor korte tijd stopt. De even beruchte en beroemde Darién Gap. Het duurt dagen voordat je een ziekenhuis bereikt. Als er iets fout gaat, ben je dus al snel de klos. Ook zijn er in het gebied nauwelijks paden. En als dit al is gedaan, zoals net buiten het dorpje El Real , dan zijn de paden nauwelijks als zodanig te herkennen. Zonder gids red je het niet in de dichte jungle.
Het is ook oppassen geblazen voor de gevaarlijke dieren in de Darién. Er lopen jaguars rond. Maar vooral de fer-de-lance slang is een serieuze bedreiging voor elke wandelaar. De slang is zeer dodelijk en komt veel voor in de Darién jungle. Doe dus altijd laarzen aan tijdens het wandelen! En dan zijn er nog de guerrillastrijders. Waarschijnlijk vormen zij uiteindelijk de grootste bedreiging. Colombiaanse rebellen hebben tegen de grens van hun land, in de dichte jungle van de Darién hun uitvalsbases gebouwd.
Mmmm... neig! Nog! aub.
BeantwoordenVerwijderenadembenemend Fredje.
BeantwoordenVerwijderenkeep on going, but safe.
Weinig jaloers ben ik, op een doortocht door het gat van Darién. Veel jaloers ben ik evenwel op je heldhaftigheid !
BeantwoordenVerwijderen