woensdag 14 december 2011

Het andere verhaal

Met ogen stralend van opgetogenheid, pupillen wijd van gelukzaligheid en handen stevig op het stuur zette ik de weerzinwekkende en bochtige afdaling in als een rodeostier.   In een dolle vaart ging het waarbij ik nipt enkele rondscharrelende kippen ontweek alsook een reeks onvoorspelbare putten in het wegdek.  De lucht zoefde me tegemoet met de harde en scherpe densiteit van een lemmet terwijl mijn kilometerteller naar waanzinnige recordwaardes steeg.  In mijn aderen stroomde er meer adrealine dan bloed.  Heerlijk! Beneden bereikte ik de westkust van Centraal Amerika.  Ik fietste er over natglanzende rotsblokken waarachter het zeewater van de Stille Oceaan  aan kwam kolken en in geulen tussen de slordig gestapelde steenbrokken uitliep.   Het spreken voor zich dat om te genieten van een dergelijke afdaling er eerst serieus geklommen moet worden.  De binnenlanden van Guatemala, El Salvador en Honduras liggen erbij als een grote trekharmonica, met woeste oneffenheden die hoog oprijzen van glooiende over veeleisende heuvels tot pittige bergen die elkaar in ijltempo opvolgen.  Wat het geheel tot een bijzonder zware onderneming maakt.  Ik kwam dan ook meermaals als een hijgend appartementshondje boven. Een feeëriek landschap was evenzeer steeds mijn beloning.  Ja, iedere dag begrijp ik beter waarom de Maya´s hun land Gebeloc (idyllisch) noemen. Kortom de gebieden waar ik passeer behoren bij uitstek tot prachtige oorden.

En toch! En toch is er steeds die andere kant van het verhaal.  Namelijk de alomoverheersende en ongerijmde armoede die achter elke hoek schuilt.  Al is schuilen niet echt de juiste bewoording in een regio waar de poel van ellende zo prominent aanwezig is.  Er gaat zowaar geen dag voorbij zonder dat ik hun "casitas de cartón" aantref; opgetrokken kreupele krotten uit stukken karton, banden, plastic, golfplaten en andere vuile rommel.  Het laat zich het best omschrijven als een gore puinhoop.  Dan overvallen mij die rare gewaarwordingen van wrange bitterheid, als zand dat knarst tussen je tanden.  Voor wie de voorbije eeuwen op Mars bivakeerde; het gaat allerminst fantastisch met de kloof tussen arm en rijk.  Handen die vroeger verwelkomend naar je werden uitgestrekt worden nu smekend uitgestoken met de handpalm naar boven, als epidemische bedelarij om een munt.  Ik voel de pijnlijke schaamte om de aalmoes en zou als mens in een duister hol willen kruipen.
Op het moment van dit typen zie ik buiten enkele onder hen vechten om te overleven, om het einde van deze dag te bereiken.   Snuffelend als honden lopen de schimmen barrevoets tussen de kraampjes; oude magere mannen, arme stramme moeders met baby´s en andere roemloze stumpers, die met de punt van een stok afvalresten opprikken en in hun juttezak stoppen, bedorven groenten, gekneusd fruit, zwart geworden wortels, afsnijdsels, afval. Voorovergebogen, gehuld in sjaals of lappen met handen die zwart zijn, scherpe gezichten en kinnebakken, lege ogen,...

Ook deze onrechtvaardigheid maakt deel van het continent.  Ook dit moest ik kwijt.

Liefs Federico
(2 platte banden verder)

1 opmerking: