Het fenomeen van carnaval vermaak heeft me eerlijk gezegd nooit nauw aan het hart gelegen. Een uitbundig feest van doen alsof de leugen van het geluk de waarheid is. Die leugen dat we allemaal gelijk zijn, vrij, welvarend en gelukkig omdat het leven uitsluitend is gemaakt om te genieten. Een feest waarbij de Bolivianen vooral danig veel geld opsouperen. Persoonlijk bedenk ik dan weleens dat ze hun weinig zuur verdiende centen beter zouden investeren in plaats van te verbrassen.
De 15-jarge kwieke Jorge, met zijn levendige zachte ogen en zijn eigeel sleetsjasje waar hij volkomen uitgegroeid was, zal deze carnaval editie niet meer meemaken. Nee, Jorge, een pauper, een scharrelaar, een zwerver, een goede vriend van me, die als schoenpoetser op straat leefde is vorige week abrupt overleden ten gevolge van koude en hevige regen. Niets is hemeltergender en pijnlijker om deze drama´s mee te maken wetende dat ook dit joch helemaal niet hoefde te sterven mits een iets meer menselijke samenleving. Het moet me direct van het hart dat ik de geschiedenis van Jorge niet wil misbruiken -heb er lang over getobd - om een sentimentele tirade af te steken, verre van zelfs, maar feiten zijn feiten, het is nu éénmaal de naakte realiteit. Jorge, die vanaf zijn tiende verjaardag zijn eigen boontjes moest zien te doppen, bezat geen papieren. Niemand weet zijn familienaam of exacte leeftijd, dat zijn bureaucratische details die bij een wereld van stempels en loketten hoort. Jorges´ wereld was een andere. De treurnis was zijn wereld, de loopgraaf de straat, de hemel zijn deken. Als naamloze schooier werd hij begraven door zijn snikkende kameraden van de straat. De uitdrukkingen op hun gezicht verried hun droefenis, angst en onzekerheid daar ze maar al te goed beseffen dat ze zelf één van de volgende kunnen zijn in het rijtje. Hoeveel moeten er nog volgen? Klaarblijkelijk veel. Ik kan jullie verzekeren dat het een onthutsend gevoel teweegbracht. Ik moet overigens ook toegeven dat ik me bijwijlen machteloos voel door de manier waarop de dood om zich grijpt, en door het ontstellende gebrek van reactie hierop van de buitenwereld. Jorge bezat geen schoonheid waardoor mensen, altijd bereid zich te laten verdoven en verleiden door schoonheid hem gunsten zouden verlenen. Hij had geen macht waardoor mensen hem gunsten moesten verlenen. Hij bezat geen wapen waarmee hij gunsten kon dwingen. Met één been stond hij al in het graf tijdens zijn leven. Het toonde me weer eens onverbloemd wat het betekent om arm te zijn; een schrijnend leven zonder mogelijkheden waarin je enkel doelloos tracht te overleven als verbannene, als randfiguur, als marginale gefrustreerde zonder ook maar één greintje hoop en met de voortdurende dreiging van honger, ziekte en dood op de loer. Op het gevaar af mij hier als een moraalridder te ontpoppen durf ik te stellen dat we voor deze breekbare mensen moeten blijven vechten. Aan al de kritische betweters, die vinden dat ze uitgerekend nu moeten beginnen filosoferen over wat hulp allemaal kan uithalen kan ik enkel zeggen;"Cut the crap!!!"
Ook voor duizenden radeloze mensen die door de verschrikkelijke regen en verwoestende overstromingen hun huis (levenswerk) en quasi hun hele schamele hebben en houden kwijt zijn geraakt zal carnaval dit jaar zuur smaken. Ja, de erge regenval of eerder gezegd vloed heeft deze periode, het jaar van el Niño, kei hard en genadeloos toegeslagen in het hele land. Talloze boeren hebben hun oogst verloren en meer dan 50.000 mensen zijn slachtoffer van het noodweer. In La Paz alleen al zijn er 5000 mensen eensklaps dakloos geworden toen de buitensporige regen twee wijken van de kaart veegde die als een ingevallen kaartenhuis van de flank van een helling afrolden. Verbijsterend en hallucinant.
Van backups als zijnde een rampenfonds of verzekering is hier hoegenaamd geen sprake en enig spaargeld is maar voor weinige weggelegd. Kortom het zijn dramatische weken wederom. Als je daar de sociale onrusten bij telt ten gevolge van de prijsstijgingen en de uitentreuren algekende armoede dan is en blijft het dagelijkse leven voor de Boliviaanse burgers een ploeterende strijd.
Kun je het hen, liefste lezers, zodoende kwalijk nemen dat ze tijdens die enkel dagen van carnaval uit de bol gaan als schrale troost en het gevoel creeëren dat het leven een droom is en de droom de werkelijkheid. Temeer omdat het hen een beetje kracht geeft om het harde leven van werken en opofferingen vol te houden, de aaneenschakeling van problemen, de ellende, de routine en de teleurstellingen te verduren waaruit de meeste sombere dagen bestaan. Ze zijn blij te weten dat het terug carnaval is en de wereld weer omgekeerd, alles omgedraaid zal zijn, of liever, rechtgedraaid, en de arme rijk zal zijn, de vazal koning, de oude man jong en het lelijke meisje knap.
Maar Jorge, die komt nooit meer terug.
Liefs,
Federico
Geen opmerkingen:
Een reactie posten