De kogel is door de kerk na een weinig wikken en wegen heb ik besloten om de reismicrobe nieuw leven in te blazen en zodoende is de tijd stilaan aangebroken voor een nieuw avontuur (27/11). Zwervend fietsen van Mexico naar Ecuador is ditmaal het uitgangspunt. Vervolgens nog enige tijd doorbrengen bij mijn Boliviaanse vrienden en er de kleinschalige ontwikkelingsprojecten Wawautas en Sumakamaña verder uitbouwen.
Als ode aan mijn overleden vader, die één van mijn hevige supporters was -zoniet hevigste- herpost ik het indertijd geschreven aanvangsbericht van mijn eerste fietsreis doorheen Zuid-Amerika alsook omdat ik het nu nog steeds niet beter zeggen kan.
Vele mensen heb ik gesproken over mijn reis-onderneming en het is mij opgevallen dat veel dezelfde vragen worden gesteld. En een beetje professionele website heeft een categorie Frequently Asked Questions, deze site nu dus ook. Heb je zelf een vraag: schuw het niet deze te stellen!
"Hoe kom je er in vredesnaam bij om dit te gaan doen?"
Tijdens een zonnige vakantienamiddag in 1981 aan de Belgische kust demonteerde mijn vader de extra achter-wieltjes van mijn fiets. Een gebeurtenis die de rest van mijn kindertijd, ja zelfs leven, voorgoed veranderde en een wereld vol avonturen voor mij opende.
Alvorens het echter zover was diende ik eerst te leren fietsen op twee wielen. Ik kan me dat moment nog helder voor de geest halen. “Nu moet je je goed vasthouden. En je evenwicht bewaren” zei mijn vader ernstig. Zijn ene hand omvatte de mijne aan het handvat zijn andere duwde me behoedzaam voorwaarts aan het zadel. We oefenden en oefenden heen en weer langs de platanen in het naburig parkje. “Je kunt het wel” herhaalde mijn vader steeds en ik geloofde hem. Ik wiebelwankelde geconcentreerd en gespannen en op de één of andere manier schommelschokkende ik de trappers rond.
Na een tijdje fietste ik verder dan onze achtertuin, verder dan onze straat. Verder dan alles wat ik kende. Ik stak illegaal de straat over en zag nieuwe huizen, hoorde vreemde stemmen, rook nieuwe dingen en mijn klein hazenhartje juichte in mijn keel. Vanaf dat ogenblik was ik vrij. Het liefst sloeg ik op goed geluk verdwaalweggetjes in naar de rand van de wereld ...althans mijn wereld.
Een winter of twee later had de lieve Sint een knal gele BMX voor mij in petto. Zijn mysterie was daarmee opgelost, daar door onze traditionele schouw een fiets nooit doorkon, maar daarentegen zetten nieuwe omgevingen vol mysterie mijn schuchtere jongensgeest op zijn kop. Ik zocht steevast naar modder en sjeesde er dan hijgend en triomfantelijk met mijn ratelende BMX ,veroorzaakt door de spelkaarten die met moeder´s wasspelden aan de spaken verbonden waren, doorheen.
Vele jaren zijn sinds die dag aan de Belgische kust verstreken maar nog steeds word ik gedreven door het intense gevoel dat gepaard gaat tijdens de ervaring van het ontdekken, het onbekende, het nieuwe, de vrijheid, de uitdaging. Alsof er binnen in je iets koortsachtig begint te zwellen en te kloppen als je een tijdje thuis bent. Zodanig dat je er rusteloos van wordt. Het grasduinen in een atlas helpt slechts tijdelijk om de symptomen van de kwaal te verdrukken...tot het moment dat je besluit om een vliegtuigticket te kopen. Dromen veranderen in ideeën en ideeën worden omgegoten in concrete plannen.
Alvorens het echter zover was diende ik eerst te leren fietsen op twee wielen. Ik kan me dat moment nog helder voor de geest halen. “Nu moet je je goed vasthouden. En je evenwicht bewaren” zei mijn vader ernstig. Zijn ene hand omvatte de mijne aan het handvat zijn andere duwde me behoedzaam voorwaarts aan het zadel. We oefenden en oefenden heen en weer langs de platanen in het naburig parkje. “Je kunt het wel” herhaalde mijn vader steeds en ik geloofde hem. Ik wiebelwankelde geconcentreerd en gespannen en op de één of andere manier schommelschokkende ik de trappers rond.
Na een tijdje fietste ik verder dan onze achtertuin, verder dan onze straat. Verder dan alles wat ik kende. Ik stak illegaal de straat over en zag nieuwe huizen, hoorde vreemde stemmen, rook nieuwe dingen en mijn klein hazenhartje juichte in mijn keel. Vanaf dat ogenblik was ik vrij. Het liefst sloeg ik op goed geluk verdwaalweggetjes in naar de rand van de wereld ...althans mijn wereld.
Een winter of twee later had de lieve Sint een knal gele BMX voor mij in petto. Zijn mysterie was daarmee opgelost, daar door onze traditionele schouw een fiets nooit doorkon, maar daarentegen zetten nieuwe omgevingen vol mysterie mijn schuchtere jongensgeest op zijn kop. Ik zocht steevast naar modder en sjeesde er dan hijgend en triomfantelijk met mijn ratelende BMX ,veroorzaakt door de spelkaarten die met moeder´s wasspelden aan de spaken verbonden waren, doorheen.
Vele jaren zijn sinds die dag aan de Belgische kust verstreken maar nog steeds word ik gedreven door het intense gevoel dat gepaard gaat tijdens de ervaring van het ontdekken, het onbekende, het nieuwe, de vrijheid, de uitdaging. Alsof er binnen in je iets koortsachtig begint te zwellen en te kloppen als je een tijdje thuis bent. Zodanig dat je er rusteloos van wordt. Het grasduinen in een atlas helpt slechts tijdelijk om de symptomen van de kwaal te verdrukken...tot het moment dat je besluit om een vliegtuigticket te kopen. Dromen veranderen in ideeën en ideeën worden omgegoten in concrete plannen.
Ik hou jullie op hoogte.
Liefs, Fré
Liefs, Fré
Ik heb nog wel een FAQ! Waar blijven al die foto's? :)
BeantwoordenVerwijderenBen jaloers, geniet ervan !!!
BeantwoordenVerwijderen